EERSTE BEDRIJF, VIJFDE TOONEEL 23
Vijfde Tooneel DE VORIGEN, ZONDER ABRAHAM S o n j a:
't Staat 'r al in, vadertje! Moeite voor niets! Mathijs:
Hoe uitgezocht-zeldzamer je betaalt — hoe uit-gezocht-zeldzamer je je agenda moet bij houen! Dan kun je je op 'n gegeven oogenblik geen verwijten doen. De oorzaak van de meeste catastro-phen is slordigheid .... (noteert). Een honderd drie en twintig, tien èn half, èn half! (winkelschel) Exit, af. En m'n koffie? Blijf ik die ’r voor zwoeg — 'r van gespeend. . . . ?
Zesde Tooneel DE VORIGEN, NAPHTALIE, ABRAHAM Naphtalie:
Goeien middag. Is moeder.... 'k Was al boven.
D oortje (opstaand) :
Ja, 'k ga mee jongen.
Mathijs:
Dag Naphtalicus — bestaan wij niet meer?
Naphtalie (zijn brilleglazen drogend — kippig starend) :
. . . Met beslagen brilleglazen, meneer — en met zoo'n ongewone verlichting.. . Wie is 'r jarig?.. .
Moeder:
Me man. Elf geworden vandaag.