EERSTE BEDRIJF, VIERDE TOONEEL
heb ’k 't alleen bij jou gebracht, als je me ankijkt en door niets te zeggen zoo ijzingwekkend véél zegt! Hij sprak me aan. Ik antwoordde. Hij vroeg belet — en ik had géén belet!
21
Doort je:
Komt die adder hier — ontvang jij 'm?
Moeder:
Waarover wil-ie je?
M a t h ij s:
Over 't weer, de politiek, de aanstaande gemeenteraadsverkiezingen, de duurte van *t vleesch — mensch, of je me den grond in biologeert: ’r zijn zoo'n boel gegevens voor 'n discours....
Son j a:
Nou vadertje! Nou, domineetje!
Moeder (zich inhoudend) :
.... Man, man .... (winkelschel).
Gr o o t va:
Vollek!
M a t h ij s:
Volk! Stilte als in 'n treurspel vóór het gebeurt! Altijd de mise-en-scène in acht nemen! (zet zich in arbeidshouding voor het bureau — tot Abraham) Ja? (luid) Wie stoort nu weer?
Vierde Tooneel DE VORIGEN, ABRAHAM Abraham:
Asjeblief, jonge heer, quitantie van. . . . Mathijs:
Versta geen woord. Ben jij geschapen om te denken, te spreken en te kauwen tegelijk? Mond leeg!