i6 EERSTE BEDRIJF, TWEEDE TOONEEL
S o n j a:
Hahaha, Robert en Bertram, de lustige vagebonden! Kopje koffie?
Doort j e:
Nee.
S o n j a:
Menschen, bij 'n begrafenis wordt altijd koffie gedronken!
Doo r t j e:
Hoe 'n meid van over de twintig. . . .
S on j a:
Een-en-twintig in Januari. . . .
D o o r t j e:
Hoe die nou niet 'ns één ernstig woord praten kan!
Moeder:
Wacht maar tot hij thuis is, dan kan je van z'n gerijm mee-profiteeren. Ik word hier letterlijk gek. Grootva (met z'n kop naar de tafel komend) : Nee kind, d’r is waarachtig geen suiker in... . Moeder:
Nou mot jij ook nog beginnen, vader! (den suikerpot uit Sonja’s handen wegtrekkerid). Nee! Ik heb niet meer genomen! Uit den grond stampen kan 'k ’t niet. ...
Grootva (vriendelijk) :
Nou, dan niet — dan niet. As je 't maar vooruit zeit, dan weet je 't, dan weet je 't. . . . (terug naar den erker) En as je weet, hoef je niet te zoeken, hé-hé-hé! (winkelschel) Vollek!
Moeder (zich inhoudend) :
Dank je wel. Dat wist nou weer niemand. As de