De opgaande zon

Titel
De opgaande zon

Jaar
1908

Druk
1932

Overig
4ed

Pagina's
176



EERSTE BEDRIJF, EERSTE TOONEEL    13

haast? Dat lap je me nou niet één keer meer: Alsjeblief: daar staan ze!

Abraham (de boterhammen meenemend) :

As 'k voor den jongen heer ruimen mot, dan mot ’k ruimen, en ik ken niet ruimen as 'k alles boven hou.

Moeder (die koffie geschonken heefthem een kop overreikend) :

En asjeblief — anders sleep je weer wat na be-nejen. . . .

Abraham:

Dr is nog geen suiker in — ha-je gister ook vergeten.

Moeder:

Mot je maar beter roeren.

Abraham (proevend) :

Proef niks.

Moeder:

Nou en je krijgt niemeer. Da’s met jullie niet bij te houen!

S o n j a:

Van te veel suiker krijg je 't zuur, Brammetje — en je melktandjes, Brammetje!

Abraham:

Ja, ja. Ik zeg niks. Ik denk — ik denk dubbel. (*n lepeltje grijpend) Dan zal 'k roeren — dan zal 'k. (af.)

Moeder:

Die zou bij andere patroons al lang an de dijk zijn gezet.

De Opgaande Zon 2




Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.