De minnaars

Titel
De minnaars

Jaar
1970

Pagina's
214



wik en weeg, want naar alles wat ik van haar hoor krijg ik hoe langer hoe meer de pest aan het wijf. Toch wil ik eerlijk zijn, tegenover hem en tegenover mezelf. Ik vraag, hoe hij haar in het begin vond. Ze had iets sterks, en dat trok me, ze leidde, en dat was makkelijk. Later werd die leiding dwang, dat begreep ik te laat, en toen kon ik er niet meer tegenop. En in bed? Nou je hebt weleens vogels zien paren? Een beetje trekkebekken, en dan hup, erop. Ik weet nauwelijks hoe haar lichaam eruit ziet. Zo ben je helemaal niet, twijfel ik. Dat zou me met jou niet gebeuren, zegt hij. Hier denk ik over na. Wat doe ik anders? Ten eerste lig ik altijd te wachten, naast hem, of hij mij nemen zal. Doet hij het niet, dan ben ik zelden de eerste die begint, althans met mijn handen of zo. Hij is niet zo sterk. Daarbij komt, als hij mij een nachtzoen geeft, heb ik soms al genoeg. Een kus van hem is grote zaligheid. Daar kan ik tuen op teren. Die kus kan mijn verlangen wegsuizelen en mijn verlangen laaiend wekken. Bereid ben ik altijd. Dag en nacht. Ik kleed me erop, dag en nacht, ik denk eraan, ik droom erover. Als hij mij neemt let ik op elk van zijn bewegingen, om zijn lust te vergroten. Soms doe ik erna of er niets gebeurd is, omdat hij na sommige razernijen de weerglans van het gebeurde niet verdraagt. We hadden in de Ardennen, in een hotel, eens een withete nacht. De volgende morgen ging hij naar beneden, volgens mijn wens, want ik kleedde mij nooit aan als hij erbij was. Dat vond ik grof, de vernietiger van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.