De minnaars

Titel
De minnaars

Jaar
1970

Pagina's
214



het toneel gegaan, talentloos had ze het afgelegd. Wrokte met woorden: ‘die mooie wereld van het toneel van jou, vertel mij wat.’ Sparen werd voor haar een bezetenheid. In de schouwburg kwam ze zelden. Ook niet bij een première. Tenslotte beknibbelde ze me op de kleren, die ik voor het toneel nodig had. Je weet het, mijn confectiepak in dit laatste stuk. Toen ik haar de kritieken voorhield haalde ze haar schouders op. Op zomerdagen zat ik, glorieus minnaar en verleider op het toneel, achter de gesloten ramen sperciebonen af te halen, want weckgroenten zijn goedkoper. Dat scheelt je in de winter wat. Reken maar uit. Met een potloodje zat ze ’s avonds op een papiertje uit te rekenen, wat ze morgen zou verbruiken. Daarboven gaf ze niets uit. Ik zou làter in een auto rijden. Zelfs in noodgevallen kwam er in deze dagen geen taxi aan te pas. Dan vraag je maar aan je collega’s of ze je even komen halen. Twee kinderen heb ik bij haar. De kinderen, dat is wel lief. Ik hou ook wel van ze. Toch heeft ze een manier van de kinderen onder mijn neus te duwen als levenslang onderpand. Nou we die hebben, kom je helemaal niet meer van me af. We hebben niet veel ruzie. Ik krijg geen kans. Het regime is volgens haar rechtvaardig. Het behoort zo. Volgens haar. Het is het burgerlijk bolwerk van het huwelijk en moeder heeft de broek aan. De broek met mijn centen. Een paar maanden geleden heeft ze mijn bed op de zolderkamer gezet, omdat ik haar niet meer aanraak. Ik kan niet meer. Dus wordt de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.