soms een waanzinnige angst om de gebondenheid met die ander, ’s Nachts naar bed gaan, griesgram-mig, naast ‘moeders’, die met een netje over het haar en dikke, domme billen in pyjama van hem afgekeerd al ligt te slapen. Er buiten is de tollende wereld, met avontuur. Oorlog is een kans...
Dolly nu, vroeg niet om mijn hand. Ik zat op school en toonde zijn portret in mijn horlogekast. Ik deed mee, ik hoorde erbij. Ik nam mij voor om, als de wereld zou vergaan, naar Dolly te gaan en hem alles te vertellen. Want Dolly wist van niets. Hij was enkel een acteur in een horlogekast.
De wereld bestaat nog. Dolly is dood. Hij heeft het nooit geweten.