ik ook natuurlijk, want ik was verliefd. Hij zou mij dan opgevoed hebben in de richting van zijn eigen gevoelens en lusten en als tegenprestatie voor wat ik hem had afgestaan, zou hij een huisje voor me hebben gezocht, mijn kleren en kapper betaald hebben, ik zou ‘verzorgd’ zijn geweest. De mensen zouden over liefde gesproken hebben, niet over hartstocht, yvant dat is iets minder nets. Je zou het meer een teeltkeus kunnen noemen, die in alle varianten van gevoel optreedt. Zowel als een laaiend gevoel van emotie, dat in een paar uur weer uitgeblust kan zijn, als in een langer durend gevoel van genegenheid tot elkaar, dat maanden of jaren kan duren. Als je elkaar dan als mens ook sympathiek vindt, dan zou er een levenslange vriendschap uit kunnen ontstaan. In de mogelijkheid van het laatste geloof ik wel. Er is echter nergens vast te stellen, dat er een gemeenschappelijke fatsoensbasis bestaat, die de zuiverheid van de natuur kan omschrijven. Doe je het toch, dan is het geforceerd.
Neem nou de opmerking dat een man polygaam zou zijn. Dit wordt in deze christelijke samenleving niet geaccepteerd. Arme man. Hij moet zijn hele leven met éen bepaalde vrouw samenleven. Wel of niet voldaan in bed, hij blijft hunkeren naar een ander.
De oorlog ontstaat in het huwelijksbed. De teeltkeus blijft een raadsel. Een laaiend moment van paardrift, wat na een paar uur uitgeblust kan zijn. Of een langer durend gevoel, dat je jaren bij elkaar doet blijven, een levenslange vriendschap, maar ook