nanning: Is dat met z’n been kort geleden gebeurd? Ik herinner me flauw 5n gesprek. . . . mop: Vóór ons huwelijk. nanning: Voor uw huwelijk? mop: Ja.
nanning: En u heeft 5m toch. . . . mop: Natuurlijk.
nanning: Daar heb ’k alle achting en bewondering voor. mop: Hoe zoo?
nanning: Wel, 5k zou zoo meenen. . . . en 5k heb ook jongelui gekend die. . . . Neem nu eens, godbeware, 5t voorbeeld, dat ik morgen of overmorgen ook zoo overreden zou worden -zou Miep me dan toch. . . . ? Kan 5k me haast niet voorstellen.
mop: Zou jij Miep dan niet in zoo’n geval. ...?... .Moetje daarover denken ?
nanning: 5k Weet 5t niet. . . . Als ik geamputeerd was - is 5t onderwerp u niet pijnlijk. . . . ? mop: Nee, jongen.
nanning:.....Als ik. . . . dan zou ik me, meen 5k - nee
zeker - retireeren. . . .
mop: En als je meisje dan niet wou. . . .
nanning: Ja, dan. ... ?k Kan alleen nog eens zeggen, dat ’k
u bewonder. Je doet zoo iets - lijkt Jt me - uit (met aarzeling)
uit meelij.....
mop: Ik heb Jt niet uit meelij gedaan, nee. In die dagen, Nanning, dachten we dat-ie stierf. De dokter gaf geen hoop meer. Hij was zoo vreeselijk verminkt, dat Jk niet dorst toe te kijken, als de pleegzuster ’t verband vernieuwde. Wanneer je gelooft, datje iemand, van wien je houdt, zoo jong en zoo onverwacht, verliest, woel je op je knieën rond, om God te smeeken, dat 5t niet zal gebeuren, bid je en huil je om ’m te
56