Dubbel graf (serie Heijermans' Camera)

Titel
Dubbel graf (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
30



Drie, vier dagen — ’k heb *r geen besef van — lag *k bewusteloos of krijschte als 'n bezetene, ’r Moeten oogenblikken geweest zijn, dat ze bang voor me waren. En dat ik bang voor mezelf was. Hij was niet ziek geweest — en hij was dood, weg. Ze hadden ’m in ’n stuk zeildoek gepakt en ’m in de zee begraven.

In de zee. Je zegt ’t zoo gemakkelijk — met drie woorden —: ... in de zee.

Maar als je ’t meemaakt, is 't niet te dragen, bal je je vuisten, kijk je radeloos, machteloos, wanhopig en telkens met zoo’n leegte in je hersens, dat je n' houvast zoekt, om niet neer te slaan, naar dien koepel van water en lucht, die je van 'n lichaam waarvan je hield, scheidt.

's Morgens vroeg — bespied, of je je niets zou aandoen — lieve God, wat waren ze goed en hartelijk voor me— 's morgens, terwijl de andere passagiers nog sliepen — ’k had me niet op 't dek kunnen vertoonen overdag in de volte — staarde 'k naar den grooten cirkel, de grauwe en blauwe golven, de schuim-kammen en 't wijde, wijde kielzog — en ’k rilde, 's Nachts, bij de klaarheid van de sterren, ’t geklots van ’t water, de bleekt schuimbedding, klappertandde ,k.

Waar je heenkeek, achter de verschansing of door de patrijspoort van je hut, zag je ’t graf, ’t niet te meten, benauwende graf, ’t graf waarin de schroeven van de stoomboot woelden, ’t graf dat nooit zweeg, dat klaagde en rumoerde en je met z'n ruischen folterde. De laatste dagen, voor we de haven binnenliepen, bleef ’k in m’n kooi. 'k Had den moed niet meer den cirkel van eindeloos water en ’t drijven der wolken te zien. En om 't slaan van de golven niet te hooren, lei ’k uren lang als 'n gemartelde met de vingers in de ooren, en kreunde en bad en snikte, maar zoo zacht dat ’k m’n buren geen aanstoot meer gaf.

Zenuwziek, schrikkelijk overspannen, moest ’k fn poos in ’n sanatorium. De dokter daar heeft me genezen. Die sprak van de duizenden en nog eens duizenden, die in de stilte van de zee zijn opgenomen.

Toch zou *k nooit in ’n badplaats kunnen wonen, en als *k met Tilly, die 'n heele dame begint te worden, op Tine’s sterfdag *t kerkhof bezoek, vind ’k Jt spijtig en zielig — ’k weet dat 't klein

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.