Ghetto

Titel
Ghetto

Jaar
1898

Druk
1911

Pagina's
121



opgewonden ben, zoo buiten jezelf, zoo ruw, zoo grof... Maar, ik weet wèl, Rose, dat je dat woord niét meer moe t zeggen, ’t Herinnert me an zoo’n boel. Nee, laat me je hand houen. Zóó zitten we met de óüwe vertrouwelijkheid. — Toen ’k ’n kind was — met andere jongens wou spelen — scholden ze voor jood — smaüs. ’k Wist niet waarom. Zij ook niet. Ze deeën ’t uit gewoonte. Maar ’t dee pijn. Want als kind vroeg je jezelf: is er iets bijzonders aan me ? Heb ik iets gedaan ? Ben ik anders dan zij ? Wat is ’n jood ? Wat?... (begint met haar zilveren kruisje te spelen) Soms smeten ze met steenen, riepen: jullie hebben Jezus gekruizigd! Ik klaagde. Moeder zei dan: je moet er om lachen — je moet er aan wénnen. — Eens op school — ’k had niet opgelet — trok de meester me uit de bank, gaf me ’n klap, zei: in den hoek staan, jood! Ik stónd ’n uur in den hoek, ik, de eenige jood van die school en door m’n zotte tranen zag ’k de jongens

die lachten — den meester, de banken......

En ’n wrok kwam in me. ’k Had dien man kunnen ranselen. Waarom was ik’n geteekende? Waarom zeien ze jood?... — Zóó begon ’t. Zoo hoorde ik ’t in m’n jeugd. Zoo blééf ’t. — Moeder stierf. Den dag dat ze begraven werd, gingen we achter de kist, vader, ik, m’n ooms, de vrienden. Op ’n hoek van ’n straat stond ’n slager — ’k weet z’n gezicht nog — die lachte. — „Daar gaat ’n dooie jodin”, hoorde ’k ’m zeggen. — Vader werd blind. Den eersten dag dat ’k ’m leidde, liep hij tegen een man aan en die schimpte: „kijk waar je loopt, jood!”

47

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.