VOORWOORD
Als Herman Heijermans Kamertjeszonde schrijft, in 1896, is hij eenendertig jaar oud. Drie jaar is hij journalist geweest; hij schreef zijn eerste roman, zijn eerste toneelstuk. Nog tast hij naar eigen mogelijkheden: ‘ik ben aan het zoeken, aan het ruien,’ zegt zijn alter ego Alfred Spier. Hij is in opstand gekomen tegen de maatschappij van zijn dagen, tegen de schrijnende armoede, tegen de willekeur en de schijnheilige moraal van de ‘bourgeoisie’. Het socialistische geloof in een betere wereld zal hem niet meer verlaten; de bitterheid tegen de zelfvoldane rijken is nog niet getemperd door de meer wijsgerige blik van latere jaren. Met felheid en kwajongensachtig plezier om te choqueren schrijft en scheldt hij erop los, niemand sparend, ook de ‘bourgeois5-joden niet, al is hij zelf van joodse afkomst, of misschien juist hierom feller tegen hen, eerder geneigd tot antipathie en sympathie.
Heijermans heeft in zijn eerste schrijversjaren meer dan eens de jonge jood, die zich van oude banden bevrijdt om vrij mens te worden in een vrije maatschappij, tegenover ouderen, die in een geestelijk getto opgesloten bleven, gesteld; hij haat de oude vormen, die de menselijkheid soms overwoekeren. Over het antisemitisme haalt hij medelijdend de schouders op. De genegenheid voor eenvoudige joodse mensen komt ons, soms met een knipoog, uit menig ‘Falklandje’ tegemoet.
De drift waarmee Kamertjeszonde geschreven is doet het nu nog boeiend zijn. Heijermans noemde het later in een van zijn vele voorwoorden een ‘zeer onvolkomen boek,’ maar het leven van de bohémiens van de ‘Pijp’ móét zo geweest zijn, en Georgine, Doedelaar en zo veel anderen zijn levende figuren gebleven, terwijl wij soms al even de schrijver van Uitkomst, van Duczika aan het woord horen.
Het is een boek met een sterk autobiografische inslag, al was Heijermans ook toen al te veel schrijver, om geen werkelijkheid met fantasie te vermengen. Hoe het ‘werkelijk’ toegegaan is schreef ‘Karel’ na lange jaren op (zie: L. de Leeuwe, De Vrijdenker, 27 oktober 1945).
H. S. F. Heijermans
5