Kamertjeszonde

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1970

Pagina's
392



Trees vraagt het jongmens of hij kennis wil maken. Hij wil niet, is te verlegen. - cWat een broekie heeft ze nou weer bij zich,5 kwaadspreekt Duif. - ‘Elke avond een ander/ zegt Guus. - ‘Wat bestelt ze nou ?’ - ‘Jessus, Jessus! Wat een kreng! Mevrouw mot kip hebbel’ - cWat een brutale bliksem! Wijn ook! Zij commandeert maar! Hè, wat een broekie! Hoe sjeneert ze zich niet!’ - Het jongmens zit verlegen over Trees, glimlacht, heeft kleine, zachte, schuwe bewegingen, houdt zijn nieuwe glacés aan. Trees leunt lacherig, druk, driest op het tafelblad, speelt met het jonge ventje, dat niet ouder dan zij, evenwel schrikkelijk groen lijkt bij het bleke, wetende meisje.

Wij kijken, babbelen, lachen. Georgine schatert om moppen van Karel; Guus en Dirk doen akelig-lief met elkaar, handjesdrukken, fluwelen woordjes; Duif drinkt, begint te stotteren; Scherp doet uitgelaten-vrolijk.

Van de speeltafel zoemen doorwarde schreeuwstemmen; de redacteur en komiek kletsen over de Vic; de bankier babbelt met de jonge ‘componist’, Geld rinkelt, lepeltjes tikken tegen glazen - een dikke lach drijvend op het vet lawaai - en een vogel bij het buffet die in het geschreeuw, gelach, gegons, in de stank van de kamer, in de rotting van tabakswalmen, snerpend helder, met aangehouden trillers, diepe melancholieke watergrond-tonen, begint te fluiten.

‘Zouen we nou maar niet opstappe ?’-cIs het alwéér dag ?’ - ‘Ja, Dirrek... het is bij vieren!’ - ‘Wel Jezus hoe laat!’ - ‘Dag Tresie!’ - ‘Ik ga zover mee!’ - ‘Vooruit dan!’ - ‘Dag Piet!’ - ‘Dag dikke sallemander!’...

Buiten is het dag. We zien er groenig-verfletst uit. Niemand heeft een normaal gezicht. De vrouwen lijken ziekelijk bleek, behalve Duif, die dronken is. Zij loopt met Karel vooruit. Hij, klein, tenger met een kort zwart jasje en een lichtgrijze pantalon. Zij, dik, slobberig, met een scheef hangende hoed. Hij probeert op de rand van de stoep te lopen. Zij trekt hem er telkens af, rukt aan de schellen.

‘Duif, schei toch goddome uit!’

‘Li-me nou me lol... Ik mot...’

‘Blijf d’r nou af! Maak nou goddome niet zo’n schandaal. Daar staat een smeris!’

‘Klabakkie!... Klabakkie! Wat hé-je een lekkere snor!...’

‘Hou toch je bek!’

‘Klabakkie!... Klabakkie-ie-ie!’

‘Wil je nou met alle geweld heibeltjes maken!’

‘Klabakkie-ie-ie!’

Dirk komt erbij.

‘Jesus Christus, Duif, hou nou je smoel!’

58

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.