Kamertjeszonde

Titel
Kamertjeszonde

Jaar
1898

Druk
1970

Pagina's
392



VI KABOTIJN-LEVEN

Zonder meer praten komen we bij De Mij tel aar, waar het vol is. Elk tafeltje van de nachtpittenkroeg is zowat bezet. Ze zijn niets verwonderd dat we kwart voor drie binnenwippen. De vrouwen hebben vluchtig bekijks. Er wordt onderling gesmoesd. Ze zien op van hun grokjes, wachten even met kaarten. Dan is de ‘harmonie5 er weer.

Zonderling gezelschap. Je leert ze langzamerhand kennen. Dit is de ouwe bankier, die verleden jaar zijn vrouw verloren heeft, nu scharrelt met juffrouwen van het ballet, kleine actricetjes en wat verder voor geld te hébben is. Dat is een jong schilder, sjaggeraar in stillevens, genrestukken voor het cfamiliepubliek Op een der ‘driejaarlijkse5 heeft hij zo5n ding gehaald. Je weet wel zo5n ding. Zijn klanten zijn pasgetrouwde mensen die de weelde van een bruidsschat in contanten nog niet te boven zijn, een parvenudokter, die zijn sa-lons, zegge sa-lons, ar-tis-tiek, inricht, een hotelier, die elk jaar een nieuw vertrek in de kunstverf zet enz. Dat is Piet, lange Piet, bleke Piet, Puisten-Piet. Zijn moeder heeft geld. Hij maakt het op, zolang hij kan. Zó lang. Zijn ogen staan flets, zijn haar is uitgevallen-ingevreten kale plekken en wat stoppels op het achterhoofd. Hij is eenentwintig. De erfenis van zijn pa zit hem dwars. Door de dokters is hij opgegeven, vertelt hij zelf. Nou drinkt hij. Als hij gaat liggen, is het uit. Dat is ‘die advocaat5. In zijn studententijd moet hij een eerste uitgaander geweest zijn. Nou kan hij nog maar niet tegen het gewone leven, tegen de nieuwe lessenaars van zijn kantoor, tegen zijn eerwaardigheid, tegen vroeg-naar-bed-gaan. Dat, die blonde, suikerzoete, Vlaamse jeune-premier, die met een getrouwde vrouw leeft. Dat is een kleine makelaar in assurantiën. Dit de vrouw van een acteur, van wie Guus en Duif verhalen doen van nou-nou. Dat, een souffleur, die zijn vrouw mishandelt, als ze gewetensbezwaren heeft tegen zijn laat thuiskomen of wegblijven. Dat, een failliete behanger, nu redacteur van een politiek spotblad. Dat, een komiek die twee maanden getrouwd is en in scheiding ligt, omdat zij zich niet wil laten ranselen. Dit een diamant-joodje, die kennis heeft aan ‘artiesten5. Dat een jonge componist, die veel vrienden bij de kranten schijnt te hebben. Er zitten er véél meer. Voor en achter. Ook een paar cmintenees5 uit de Pijp.

‘Zo nachtpitten!5 - cWel jezis, Piet, wat hè-je 5n mooie das an!5 - ‘Dag Guus.5 - ‘Dag lie^e!5 - ‘Góverdomme daar hè-je dat ouwe kreng ook!5 -‘Zo sallemander!5 - ‘Annemen!5 ‘Duif, hè-je 5m weer staan als een dief?5 - ‘Dag Guussie, dag kind.5 - ‘Wie geeft er!5 - ‘Annemen!5 Er is nog één tafeltje voor ons. Grok. Grok. Grok. Grok. Duif eet een portie mosselen.

55

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.