31
Ar i.
Drink even ...
Vrouw Boer.
Nee, Jt zal wel gaan... Zoet zijn jullie — hoor — hoor ... (af).
VIJFTIENDE TOONEEL.
Ari. Netje. Toon.
Netje (huilerig).
Ik wil met moe mee ...
Ari (haar opnemend). Strakkies, hè ? Groote meid zijn ...
Toon.
As vader ziek is, wil ’k niet eens na ’t feest... Ari.
Jy ben ’n dappere baas...
Toon (stevig).
En dan doe ’k me sjerp af...
Ari.
Braaf...
Toon.
Zal ’k de blommen uit me zus d’r haar doen ?...
A r i (dof).
Ja, doe jij dat...
Netje (huilerig).
’k Wil me blommen houen ...
Ari.
Niet huilen! Laat ik ’t maar doen, wat? (haalt met voorzichtige gebaren de Meibloemen uit het haar van het