56 ’n jodenstreek?
. . . .„Jij? jij! . . .. De dochter van zoo’n haurik! x) ... Jij overloopen naar de Goj-jem 1). .. . Wat, wou jij dat doen ?. . .. De zoon van ’n pames! 2). . . . Adonoi! 3) . . . . Mo’k dat beleven! ”
„Tante win je nou niet op!”
„Wat zè-je?”
,,’k Hou van d’r tante. Je weet da’k niks om ’n geloof maal.... Wor d’r nou niet boos om!.... ”
.... „Jij ’n gojje trouwen? Weet jij toch ook, hoe wij, arme Jidde 8), geleeje hebben! Hoe ze ons trappen! .... Mot je me dat op m’n ouwe dag andoen ? ... . Hoef jij hier niet meer te komme! . . . . Is ’t uit tusschen ons .... Uit!....” — Bevend was ze
opgestaan en wees naar de deur: — ,,’k
1
) Gebruikelijke naam voor christenen.
2
s) Hoofd van de gemeente.
3
) God.