a. Paarden van praktizerende genees-, heel- en verloskundigen en veeartsen...
b. Paarden in gemengd gebruik.
(Hieronder alleen te verstaan paarden, die doorgaans en hoofdzakelijk worden gebezigd voor de uitoefening van een beroep of bedrijf van de belastingplichtige, mits niet het bedrijf van rijtuigverhuurder, ondernemer van personenvervoer, verhuurder van rijpaarden, manegehouder of paardenkoper).
Weemoedig vulde ik in ‘gene’, en die nacht waarschijnlijk als gevolg van gepeins en weemoed, droomde ik verward en afschuwelijk — pendant voor de merrie in mijn nachtmerrie, die van het biefstuk-pannetje likte, vele ja-ren geleden. Er werd zeer duidelijk tweemaal gebeld: tweemaal voor twee-hoog. Mijn familie was uit, ook de hospita. Ik was alleen thuis met een harige, zwarte poes (niet te verwarren met Pieps, die nog steeds gezond is, eerstdaags opnieuw moeder wordt), keek gemakshalve over het balkon naar beneden. Ik zag over het balkon: het was een nauwe straat met allemaal balkons, balkons aan de overzijde, balkons opzij, balkons overal. Op de stoep stond mijn palfrenier met de paarden, een bruin en een zwart. Mijn paarden zónder enige quaestie. Ik twijfelde er zelfs niet aan. Evenwel werd ik zeer onrustig, niet wetend hoe ik er mee aan moest. Er scheen iets in mijn leven gebroken te zijn, iets waarbij het gewone gezond verstand het af legde. ‘Breng ze maar op, John,5 schreeuwde ik, terwijl ik de huissleutel afwierp.
Hij opende de huisdeur, nam het bruine paard bij de teugels, trok het ’t portaal in. Vreemd - tweehoog paarden! Ik liep naar de hoge, steile trap, zag John beneden wurmen. Het paard ging geweldig te keer, steigerde, bliefde zich schrap te zetten. Ik wierp een kropje salade halfwege. Het paard trappelde de trap op, greep de krop, liep weer achteruit, keek mij met zware, fonkelende ogen aan. Wat zo’n beest 5n streken hebben kan!
51