Droompaard en andere Falklandjes

Fondant

‘En breng me nou nog ⁵n voetenbankje.’

De jongen sloft met zijn blote voeten door het natte zand. ‘Wat ⁵n prachtige avond - vin u niet?’

‘Heerlijk, mevrouw.⁵

‘En wat ’n gladde zee geen rimpeltje/

‘Ja, ⁵t is erg, érg mooi.’

‘Dank-ie, jongen.⁵

Met z⁵n vieren zitten ze an ’t strand. Erg gezellig. Hij met z⁵n benen gekruist, kijkt dromerig naar de zee. Z’n vrouw babbelt met de logées.

‘Oom, zit u niet op de tocht?⁵ ‘Nee, Cor.⁵

‘Zet toch liever je kraag op, Hendrik. Je ben zo gevoelig.⁵ ‘Nee... Laat me maar rustig zitten. Ik zit heerlijk.⁵ ‘Gorrie, hou je voeten op ⁵t bankie, ⁵t zand is vréselijk vochtig ⁵s avonds.⁵ ‘Mag ⁵k ⁵s presenteren, mevrouw?⁵

Mevrouw grabbelt met de beringde vingers in het toetje. ‘Nee, u moet ⁵n fondant nemen. Die zijn lekker. Proef u wel? Ze zijn van Bensdorp. Cor, jij ook? Die moet je nemen in ⁵t zilverpapiertje.⁵ ‘Wat ben jij toch ⁵n snoepster, Jet.⁵ ‘Net of jij ze niet lust. Meneer, mag ik u ook ⁵s...?⁵ ‘Dank-ie, Jet.⁵ ‘Wat ⁵n heerlijke avond.⁵ ‘Goddelijk... Goddelijk.⁵

Een ogenblik zwijgen ze. Hij rookt z⁵n sigaar, kijkt de bleke wolkjes na, die door de avondwind worden stukgeslagen. Zijn vrouw wrijft met de punt van d⁵r tong de fondant fijn tegen d⁵r tanden. Corrie kauwt en tipt met d⁵r parasol zand weg, grijze spikjes, die in ⁵t water vliegen - Jet frommelt ⁵t toe⁵tje en kraakt ⁵n suikerboon.

‘Weet je wie daar gaat?⁵ ‘Die dame met de shawl?⁵

21