Buren

Titel
Buren

Jaar
1903

Druk
1925

Pagina's
48



12

Johanna (vriendelijk). Wees u nou is redelijk, meneer. U heeft as benejenbuur vroeger toch nóóit last van ons gehad. We leven van 'n pensioentje, van *n kléin pensioentje — daar maak ik geen geheim van — da’s fatsoenlijk en dat mag gezegd worden — onze l££tste spaarduitjes hebben we 9r an gegeven, om onz en jongen, die zoo’n zin in de apothekerij had — voor apothekersbediende te laten studeeren. Heusch meneer, daar gaan 'n boel centen schoot in boeken en wat ’r zoo bijkomt. Nou zit-ie voor z’n laatste examen, 'n examen om kngstig van te worden, ’n examen — dat steek 'k óok niet onder stoelen en banken — waarvoor-ie al ééns gezakt is. As-ie wéér zakt, nou dan, nou dan.... dan kenne wij 't niet langer volhouen, dan mot-ie wat anders zien te zoeken. En dat zou voor hem en voor ons 'n hééle ellende zijn. Ja, ja. De meneer, die we op kamers hebben en die zoo goed as de huur betaalt, heit óok al donker gekeken — om de herrie — de ellendige herrie .... (begint ingehouden te huilen).

Barend (bot). Nou moeder! — Wat heit de buurman van benejen met die zaken noodig! *t Zijn boven onwillige honden. Toen ze ’t huis ingehuurd hebben en toen ’t begon met dat: „Ich weiss nicht was soll es bedeuten” hoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.