Fleo

193

nu de staf die slang kan worden als teek en van Gods verschijning?.... Ja, ja, jij bent Mozes, want de hand die in je boezem steekt is wit als sneeuw en gansch melaatsch. Hahaha ! ....

Heb ik gelachen, Mozes ? O Groote Mozes .... ’k zou zoo gaarne willen schreien. Ik kan het niet! Nu val ik bij je neer, omvat je knieën en smeek in bevend preevlen vol devotie.... Gij hebt geleid het volk van Israël uit Egypte, hebt Joseph’s beendren niet vergeten zelfs! Gij hebt als Gods profeet den laffen Pharao getroffen. Gij hebt gedood, gij Mozes, een Egyptenaar die een Hebreeër sloeg! Bij Horeb en den berg Sinaï hebt gij het stralend licht des Eeuwigen gezien, die in een lichtzuil veertig lange jaren d’Hebreeën leidde door de woestenij. Aaron en Hur steunden uw handen opdat het heir van Josua den knechtschen Amalek zou slaan. In dorenbosch zaagt vuur gij vlammen! Water uit de rivier hebt gij in bloed veranderd! Uw staf verslond de staven van Pharo’s wichelaars! Uw smeekgebed heeft d’oceaan vaneen doen splijten! O Mozes, als een vreemd gekoom’ne, heilig ziener, hebt gij den tabernakel van Ge-looven gesticht voor ’t volk van slaven, dat

13