181
Als ik de arke opende zou ik schaterlachen. Dat zoo oneerbiedig zijn. Ik zou de seifer taur o *) in mijn hand nemen en er mee ronddansen als een clown. Maar dan zouden ze zeggen rabbijn vSemmie is krankzinnig. Ze zouden me steenigen. En ze zouden gelijk hebben want heilige dingen zijn heilig, ómdat ze heilig zijn. En de wetsrollen zijn heilig, want Mozes heeft met God gesproken op den berg Sinaï. O Mozes!....
Brave, edele Mozes !____ Als je nu naast me zat
in de Synagoog en je zag die stofwolken spelend in het licht en je had een tefille in je hand en je moest bidden!. . . . O brave Mozes, zou jij dat dan kunnen? .... Ik kan het niet.
Ik zal het in een christenkerk probeeren. Nu ga ik door het portaal, voorbij het wijwater. Ik trek mijn schoenen uit, want het is zoo stil en de blauwe zerken zijn helder. Ik loop op mijn kousen over koude steenen. Moet ik mijn pet afnemen ? Jodenmenschen blijven gedekt. — Neem je pet af, Semmie, zegt de waker. — Ik ben een jodenjongen, waker. — Je moet je schamen, zegt de man. — En ik schaam me, omdat
*) Wetsrol.