Fleo

Titel
Fleo

Jaar
1893

Overig
1894

Pagina's
94



i8o

tefille. De anderen zeiden geloovig: Kijk, Semmie bidt óok.... Dat was wel droevig-grappig. Want ik bad niét. Hoe kón ik nu bidden dat-zélfde van andrenp.... Hoe kón ik hard zeggen, mijn woorden van smeeken, die zouden verdrinken in massa van klanken, driftig gespuwd door het boograam naar vroolijke wolken ?.. . .

Ik wil toch wel bidden.

Maar hier zal ’t niet gaan. Want ze zingen en schreeuwen zóo hard. En ze doen niets dan roepen... Eeuwige God! en. ... Geloofd zij Uw naam! .... Ik zit starend te droomen in mijn bank. Het licht schijnt nog altijd op den grijzen rabbi. . . Ik denk dat een gebedenboek leelijk is. Een gebedenboek móét leelijk én slecht zijn. Want dank is iets uit de ziel. En de ziel van een klerk, een werkman, een hoer is verschillend. En wie bidt uit een tefille brauwt na wat een ander gebeden. En een ander kan voor mij niet bidden. Ik kan niet voor een ander bidden.

Als ik de rabbi was zou ik niet in die bundels van licht blijven staan. Licht maakt naakt in een synagoog. Ik zou niet kunnen vóórzeggen bij kaarsengewalm.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.