Fleo

Titel
Fleo

Jaar
1893

Overig
1894

Pagina's
94



155

DE MAN.

De dóóde man heeft ook om God gelachen.

HET MEISJE.

Daaróm moet 'k droevig bidden en het doodsbed met veel liefde maken.

DE MAN.

Wat in mijn Ziel van mooi en edel sprak, van ook-wel-kunnen sterven met laf bedanken, met leuterend gedoe van Amen-Amen-Heer, wat in mijn ziel gekweekt aan voos en vuns ontzenuwd vormvertrouwen, aan domperig gelieg en smeekend handgevouwen, wat in me opgevoerd, afgodisch, willoos kruipen, door angstig vragen, bang-vrees-achtig stuipen, dat is me heet ontschroeid bij ’t eenzaam denken in verlaten Woestenij. Mijn Mooi is dood, mijn Godheid is verdwenen ....

HET MEISJE.

Zacht!... Zacht!. .. ’k Begrijp u niet Waarom....

DE MAN.

Vraag nooit waarom! Gij zijt de simple

liefde. Waarom, kon u verstijven  Ik heb

gedroomd van hóe het was, als God geboren .... Den eersten dag schiep Hij den Hemel en de aarde.... Maar vóór dien eersten dag, maar vóór dien eersten dag!..... Was    toen    niet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.