H5
Ik dacht te sterven.
Maar toen de morgen kwam, de nieuwe morgen, de altijd nieuwe morgen, heb ik mijne zieke lichaam voortgesleept, omdat het tóch niet sterven wilde.
GEBED.
Uit het Lijf van mijn Moeder ben ik gekomen. In tranen en pijn heeft Zij gebaard. Zoete Moederlippen hebben gekust de mijne, met vol dankbaar weten, terwijl niets in me was dan dierlijk leven.
Uit het Lijf van mijn Heel-groote Moeder ben ik gekomen, verdwaasd sluitend de oogen voor ’t Licht. Moedermelk heb ik gedronken aan rozige tepels, met graagte bewegend dierlijke lippen.
In Moederarmen heb ik geslapen, drogend dierlijke tranen tegen blank-warm vleesch, dat éen was in vleesch en in liefde door weeën van baren.
Moeder, Moeder.... Droomen-Madonna!.....
Mijn eersten droom heb ik vergeten in troost-
10