Fleo

Titel
Fleo

Jaar
1893

Overig
1894

Pagina's
94



144

Zoo móést ik gaan, zoo was mijn gang eens dooden rit in dorre, doode landen; mijn denken, marteling van droge hersencellen, gefolterd door het laaiend, ziedend vuur der Woestenij; mijn slaap een waken van de koking mijner zinnen....

Requiescat in pace!

Eens op een dag van wreeder lijden, ben neder ik gestort in ’t brandend zand. Mijn uitgedroogde lippen zogen den heeten adem, het puffende gehijg, als Nectar van den Dood. Het Zonnevuur versmolt bijkants het stof van mijn gekromde lichaam, het zware bloed doorschroeide gloeiend mijne aeren.. . . Roode wanhoopsschimmen op roode passievolle rossen, zwierden in rood gestraal van bloedig-roode vonkenspatten voor mijne roodbe-schreide oogen. Satans, met vermillioen gekleur, met puiling-uit van bloedkoralen tandenpriemen, met lijven heet-belekt door borlend hellevuur, dreven de gier’ge harde satansklauwen — kort sist het vel, muf stinkt het vleesch — in schreiend-witte menschenlijken.... Spiralen damp paften in wild gejoel. Woest was de jacht en schriklijk-treurig het roode astraal licht, dat viel van ver in rooderig gestreep op ’t dampend bad van menschenbloed.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.