143
Langs weg van Mukka strompelde, die levend was, £7/ hurkte neer in V groen? een vuile, gore bedelaar met pluimpjes grauwe haar om zijn verdierlijkt, smerig hoofd.
ZEGGEN VAN WANHOOP.
Requiescat in pace !
Een grijzen weg van eenzaamheid ben ik gegaan. . . . alléén.
Op heete zand van gloeiend lava weenden mijn tranen weg tot sissend-witten damp.
Vlak geelt de Woestenij in mulle zonnebran-ding. Zoover ik zag was korlig, zengend zand, was schroeiend, kokend licht, als uitgespuwde ademgolf uit barstensvollen drakenstrot. Hoog trok de warme witte lucht in wolkenlooze koepel-welving. De schaduw van mijn knooklig lijf sloop lachend heen in de verdoembre Hellehitte. *t Gebeente zelf, onder suggestie van een mysterieuzen wil, kroop heen langs het geblakerd veld, dat was als zeeën-lichten, blank heelal van kleurloosheid in vlammen-helheid om het moede lichaam. Verzengingsgloed op uitgemergeld organisme, een Judasspel van Gnomenmacht, boosaardige dartelheid van porseleinen Goden!
Zoo ging ik... .