Fleo

Titel
Fleo

Jaar
1893

Overig
1894

Pagina's
94



13 7

hart, is dood voor pover leven op Mars en Jupiter én op de Aarde, die aan Mijn Zonnebloed zich drenken. Bij 9t dooven van Mijn trillend licht^ sluipt heen het Lijden, het doelloos jammerlijke

Denken van ’t jammerlijke Mensch-zijn Ik

bén de Zonnegod én de Verlosser”.....

De zwarte verschijning van mager gebeenter recht op, in krachtige veerkracht glijdt heen door het lichtdat rood was, maar bleek wordt en Jlauw, dan zwart als de angstige Nacht, want Bleeke vreemde man én Zonnegod heeft met nerveuze drift het schitrend vuur gedoofd. In droevig lachen zit hij neer nu bij het vlammend knippen van de kaars, die wafrend kaatst op V wit gelaat, met steile zwarte haren. De bijbel ligt er ook nog, ritslend kleprend met de blaadjes door harden wind van buiten.

„Nu wordt d’Aard' eén groot, gedrochtlijk knekelhuis.... Zóó was het: volle dag, de heele menschenmaatschappij, een ijverig mierennest, klaar wakker. Toen plonsde neer de donkre

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.