Diamantstad

Titel
Diamantstad

Jaar
1922

Overig
3ed

Pagina's
268



gesmak van dikke lippen, koffie en koek. Van de plaats blies watergestort in de buis. Mompel van pratende mensehen in de poort drabde aan. En hij sprak tot de hoofden, wier aangezicht bleekelijk zwol in den schijn van het ruitjesraam, nog eens zeggend de dingskes van zijn reis, die hem zoo invielen, eerst van de lange ziekte in het gasthuis, van de zeeziekte dan, van ’n storm, van de windstilte, ’t dagen lang wachten op ’n bries, van het ongemak aan boord van ’n zeilschip, van de harde kaak en het gezouten vleesch, van den jongen die onderweg was gestorven en de begrafenis... Maar *t was alles leeg geworden, het droop van zijn lippen als een mal, mal verhaal, trits van gebeuren dat geen kleur had, daar de reis op het schip één lange melankolie, één drukkende verlatenheid van jood-van-ras bij robuste, góéiige, tabak-kauwende jenever-drinkende christen-zee-bonken was geweest en hij hen, zoo zij daar hartlijk, koek-smakkend zaten, de grijze dagen van telkens-weer-keerende ziekte op de stampende, slingrende ouwe boot, waar ze ’m joodje hadden genoemd, niet kon verhalen. Joodje, hèm. In ’t gasthuis, langzaam tot krachten komend, had-ie in diepste vreugde ’11 vertaalden Spinoza gelezen, herlezen. Dikwerf was ’t boek in drooming naar de dekens gezakt, had-ie gepoogd zich dien man voor te stellen bij boerenkinkels op ’n vlegeldorpje in Holland. De handen bij ’t boek geslapt, de oogen in zoëking gesloten, had-ie zich ’n jood Spinoza ver-beeld, ’n jood met droefgeestig bewegen, ’n jood dwalend tusschende velden, gebogen-peinzend op ’n duinkam. Die eenzame móést in die dagen groot en stil hebben geleden. Waren Jr geen kerktrappende vlegels langs de boere-kamer gegaan? Hadden ze niet met d’r stomme, groentandige smoelen gezegd; hier woont ’t joodje Spinoza? Hadden de kinderen ’m niet nagejouwd als-ie langs de huisjes schuchterde? Ja, zoo was ’t geweest. In de achterhoeken van Holland leefde nog niets, leefde vandaag nog enkel stompzinnig jezus-gebral waaraan de ontwaakte jood-Jezus vreemd was. Luisterend naar z’n adem-gejaag in de stilte deir zieken-zaal, had-ie dat sentimenteelig ge



4.    49

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.