Diamantstad

Titel
Diamantstad

Jaar
1922

Overig
3ed

Pagina's
268



voeld, tot ’t boek ’m weer op nam naar de hoogten waar voor menschdrek geen plaats was. En hersteld, komend op ’t zeilschip, was ’t goedig joodje en joodje geweest.

Sprekend met schijnbaar-opgewekte en-toen’s, saam-schrapend de klein-holle evenementen der reis, om ze bezig te houden, gloeide de heete wrevel van het wek en-gedüld-zijn tot zijn keel, ’t vrindlijk gedüld-zijn door den kaptein, door, den hofmeester met ’t rooie-puisten-gezicht, door de beenige kerels die de zee had verdierlijkt tot uiterlijk-brave bonken, wier visie van land één groot bordeel me t zuipende meiden, harmonica-gekerm, whiskey was. Het waren dagen van eenzelvige melankolie, altijd besloten ir de kleine cabin — en de maaltijden — en het gebed, dat hij aanhoorde als vreemde, dat hem hinderlijk wah, hinderlijk om ’t boek, hinderlijk door den terugslag die er van uitging, terugslag van joodje, alleen en zwijgend bij grove kerels. Van af den eersten dag toen hij ziek; in de kuil zat en het gezoek beluisterde, het gepraat in ie cabin, het gevraag: „waar is ’t jbodje?* — de antwoorden: „’t joodje is” — en weer „’t joodje is* — nog eens „de jood* — en „ons joodje* — zonder ophouden — en het gezond-lallend gelach om de uitgelodderde grap van den rooie-puisten-hofmeester, dat-ie-liever geen smaus met ’n halleve zou willen zijn — en ’t donker-grom-mend geba der om de vuilheden van den stuurman die in plat-hollandsch zei dat ’n jodenlul even goed was as ’n christenlul, dat lui, lül bleef, ook al was ?r ’n stukkie af — en ’t bordenlawaai, het stemmen-gedreun, terwijl hij in de kuil braakte, weggeleund tegen ’n tros, met grijze grat wing van dood in hoofd en over de borst en door de beenen — van af dien éérsten dag had hij zich bij hen geweten als ’n verlegen lichtschuw jogje, dwaas-verlegen — verlegenheid aangroeiend door lichamelijke zwakte — verlegenheid die ?m dreef tot tamheid en schuchter mêe-praten. Nergens had hij pijnlijker de macht van het bruute gevoeld, den eeltigen knuist van bijbel-brabfcelend christenvolk. Er was geen ontloopen mogelijk geweest, geen bedrieglijk niet-willen-zien als



50

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.