fortuin, ’n fortuin, verkwist — Ik kom voor Ninette op — ik dénk ’r niet aan, dénk ’r niet aan — de excessen van grootmama, dat links en rechts „weldoen” met geld dat welbeschouwd ’t hare niet is...
Dolf. Ho. Ho. Niet zoo galopeeren. ’n Beetje maat houden in je edele verontwaardiging, Charley.....
Charles. Met genoegen, maar alsjeblief niet die hinderlijke toon, oom, of ’k nog de jongen van de kostschool ben...
Dolf. Jij schiet vanavond met iets anders dan los kruit, neefje____
Charles. Des te beter, ’k heb lang genoeg over me laten beschikken....
Dolf. (koel). Toch niet door mij, wel?
Charles. Door u?... Och u... (verbitterd). U had andere zaken en bezigheden dan naar mij om te kijken....
Dolf. Ik zei je al, toen je me ’t portretje van Ninette liet zien, dat jij van nuances van hatelijkheid schijnt
te houden Snip pleegt daar ook in den vroegen
morgen specialiteit in te zijn____
Charles. Merci voor uw ernstigen toon, oom. Maar ik verzoek u er nota van te nemen dat ik weiger — in ronde woorden weiger____
Dolf. Ik heb je toch niets gevraagd? Wil je zoo ridderlijk zijn zelf ’t woord te voeren?
151