Dolf. Wat is dat spektakel benee?
Dokter. Van de sluizen. Nou spuien ze ’t water van ’t kanaal in zee — Ja, dat gaat met ’n vaartje. En dat mag zoolang ’r nog niet gebaad wordt... (weerklinki kindergezang)... Onze kinderen... Je blijft eten, Dolf?
Annie. .. Jan —
Dokter... Wat Jan?...
Annie. We hebben één ongelukkig boutje. . . . En Hope zou ook. . . .
Dokter. Dan telefoneer ’k naar ’t dorp. . .
Dolf. Nee Jantje — ’k geloof niet dat ik. . . . De volgende week kom ’k mogelijk ’n paar weken. . . .
Dokter. . . Jawel! . . . Bekend! . . . Vlieg ’r niet op in. . . Jij komt hier voor zaken, zei je. . . . Met ’n leege maag lukken geen zaken. . . Ik ga telefonee-ren. . . . Eclipseer niet, Dolf — dan krijgen we beestig mot samen! (af)
Achtste Tooneel.
Annie, Dolf.
Annie. Mag ik terwijl ’n kopje thee?... We after-noonen af en toe... Ja, dat is ’t portret van mevrouw.
Dolf. {handen op den rug onbeweeglijk)... Ja.
229