Annie. Zóó vrij, ja.
Dolf. (neerzittend). Om te beginnen gefeliciteerd, mevrouw, voor de tweede maal — nu mondeling met jullie jongen...
Annie. (lachend)... Meisje.
Dolf. .. Meisje?... Heeft Jan zich zoo vergist?
Annie. (lachend)... Of Jan zich vergist heeft?...
Dolf Dan ik — dan ik... Waar laat ’k die buiten-
modelsche pet?... Excuseer dat ’k ’r mee binnen gekomen ben... Geef u geen moeite... (scheert haar in een hoek)... Da’s minder comme-il-fautdan makkelijk... Aardig huis hier. Suite èn suite — vijftien meter — heb ’k dat goed onthouden? Hahaha!
Annie. Uitstekend. Maar ’t is wel ’n tijd geleden, dat u in die vijftien meter was... En bedrieg ’k me — of droeg u vroeger géén lorgnet?
Dolf. Nee u heeft ’t correct onthouden Dag Jan!
Dag ouwe kerel! Ja, ik ben ’t....
Zevende Tooneel.
De vorigen, Dr. Linden.
Dokter. Dolf, jij?... Wat heb je voor zonderlinge ingeving, om hiér te verzeilen?
Dolf. Merci voor de buitengewoon-hartelijke begroeting, hahaha! Ik kom voor zaken, na ’n lange reis als commis-voyageur door ’tnoorden en ’tzuiden...
15 225