Hangjas lezend.
‘Bij me kassier.’
‘In órde meneer... De handtekening van mijneer Schuit is zo goed als bankpapier... En geloof u mijn. .. dad’k niet
‘Jawel-jawel.. . ’
‘. . .Late we dan op tweehonderd afmake,’ kwam oom weer, die niet begrepen had.
"t Is betaald!’
‘Watte?’
‘Méneer heeft betaald!’
‘Betaald? Betaald?... Daar bemoei ik me mee... Be-wounes senerabbe... YM ‘... Dus om één uur de begraffenis?’
‘. . .Om een uur precies.’
‘. . .En hoeveel koesse, mijneer?’
‘. . .Tien. . .’
‘.. .Elleke koes is zeven gulden meer.’
‘... ’k Praat niet over geld. .. ’
‘. .. O goed... o-goed mijneer... En verlangd u koorde?’
‘Wat zijn koorde?’
‘Koorde op de koes... koorde op de uniforme... Weed-u niet?’
‘Goed, kóórde... De boel moet ’r netjes uitzien.. . Alles éérste klasse... versta u?’
”t Zal naar u genoege zijn... ’
Oom David met z’n ouwe huisjasje, kwam vlak bij Ben staan, vroeg mee:
34. God betert.
28