Interieurs

Titel
Interieurs

Jaar
1905

Druk
1985

Pagina's
168



natte zakdoek.

‘Nee, asjeblief geen ruzie over zulleke dinge,’ zei moeder, huilerig.

‘Is ’t niet beter,’ hardpraatte oom ‘dat ik met ’m spreek. Ik heb ’m gekend als jonge... als zo’n kleine jonge. . . Watte?. . . Watte?. . . Watte zeg je Toos?’

‘Nee, néé! Blijf asjeblief zitte. . . Late we asjeblief geen onnodige drukte make. . . Goeie God me hoofd loopt tóch om. . . ’

‘. . .Watte zeg-ie, Jet?’

Jet, bleek, met rooie ogen, schreeuwde ’t nog eens in de behaarde oren.

‘Ga je gang! Ga je gang,’ zei de dove, stijf-koppig: ‘ga je gang. . . Bemoei je maar met gebruike, waarvan je. . . niks weet. Och! Och! Jullie benne allemaal gojiem!’1 ‘Begint de ruzie nou wéér!. . . La-me met rust met die vervloekte onzin!’

Nijdig flapte Ben de deur dicht, liep de zijkamer in, waarvan de deur op ’n kier stond. Bij de gesloten lessenaar, ’n ouwerwets bureau, zaten er twee. De een, kaalhoofdig, met wat viezig pruimhaar aan de slaapstreken, bladerde in een notitieboekje. Z’n fletse ogen knipoogden achter ’n gouden bril. Van het viezig pruimhaar liep een bedding afgeknipt grauw stoppelhaar om het gehele gezicht, langs de vale jukbeenderen, om ’t spits kinnetje. Z’n boord was vuil. ’t Zwarte dasje wipte er overheen, wat-ie telkens met ’n groezelige hand in orde probeerde te brengen. De ander, dik, klein, had ’n zwarte hang-baard, bolle konen, zwart-listige oogjes en ’n jas,

1. Niet-joden.

10

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.