74
knap uitzien als heer gekleed ... Ze vertelde ’m van Frans . .. dat ze wachtte tot ?r geld genoeg verdiend werd . . . Frans, de athleet.. . dien hij eens moest gaan zien ... Domheid ! Ze had heelemaal vergeten, dat-ie broeder was .. .
Hij luisterde toe, schudde dikwijls ’t hoofd, vermaande, maar had zelden de wilskracht ernstig te moraliseeren, tegenover die ondeugend lachende oogen .... dat rosachtig haar.
Eens was hij boos geweest. Ze hadden druk gepraat. Hij was juist heel lang an ’t woord, haar vertellend de geschiedenis van ?n doofstom kind, toen ze ’m plosteling in de rede viel :
. , .„Frère .. . heb je nooit liefgehad ?”
. . .„Gamine ...”
„O!... O ! .. zei ze verlegen: haar vrouwelijk gevoel raadde ’n geheim.
In die week had ze Frans niet meer gezien. Tante had de Zondagavond-wandeling geweigerd en er zou toch niet veel van gekomen zijn, want David Greiner had visite en Trinette moest Cristine ’n handje meehelpen om kleiner vaatwerk te wasschen. Van de stad had ze nog niets gezien. Ze voelde zich als ’n kind, dat ?n stuk speelgoed gekregen heeft, maar er niet mee spelen mag, uit vrees dat ’t moois zal breken. Mevrouw Greiner reed eiken middag naar de stad. Verlangend keek ’t kindermeisje ’t wegrollend rijtuigje na, om dan weer met Jules te wandelen. Ze volgde ’n bi-zondere wijze van opvoeding, liet den knaap doorgaans aan zijn lot over. In ’t begin had ze al z’n nukken opgevolgd, nu gaf ze hem van tijd tot tijd ’n oorveeg, als hij ’t haar te lastig maakte. Ze had tegelijk de manier ontdekt om te beletten, dat hij dit aan zijn moeder oververtelde. Jules was dol op snoepgoed. Daarmee kocht ze hem om. ’t Verwende kind begon van Trinette te houden; ’n vreemdsoortige vriendschap.
Tante en oom zag ze weinig. Jean Manson was al voor dag en voor dauw naar de markt. ’s Avonds om acht uur —