Duczika

Titel
Duczika

Jaar
1912

Druk
1926

Overig
4ed

Pagina's
315



veranderd — zoende-ie 'r nog eens, de boterhammen in de eene, de reuzenaugurk in de andere hand, en met z'n vierkanten schoen

— aflegger van den patroon, maar gaaf! — 't hekdeurtje openhortend, stapte-ie diepst-gelukkig naar de taboeret.

„Dag meneer”, zei Wanda, schuw.

„Dag kleintje”, zei Semmy Lubinsky, opstaand en weer evenwichtig van stemming.

Hij kauwde. Zoo tusschen twee en drie — eten dee-ie pas tegen half vier — knabbelde-ie 'n reep chocola, wat gezond was, bloed aanzette en je eetlust niet te zeer verlei.

Met de Noblesse in den wrikkenden mond, en ’n afbrokkelend pietsie chocola in de hand, kwam-ie naar 't hekje.

„Hou je mond is open”, grunnekte-ie.

„Voor wat?”, vroeg ze, schichtig naar 'r vader kijkend.

„Zal je wel merken! Open! Open! Nog wijder open!”, kom-mandeerde de eenoog.

Toen moest ze. As je weigerde, was 't 'n beleediging.

„Hap!”, zei Semmy Lubinsky, 'r warme chocolademepje tusschen de lippen stekend.

„Dank u”, praatte ze met 'r keel, om 't niet in te slikken, maar zóó buiten, spuwde ze 't met walging uit, en de trappen afwippend, veegde ze drie, viermaal 'r lippen, die-ie angeraakt had, af.

„Groot wordt ze!”, zei Lubinsky.

„En hoe!”, knikte Nathan Stief trotsch.

„En knap!”, prees de patroon.

„En hoe!”, lachte de bochel.

Bij al wat 'r over z’n dochter gesproken werd, zwom-ie. Dan kreeg ’t lompe gezicht, 't beenig snuit met de ouwe, scherpe trekken rond den goedaardigen neus, n zonderling-opgewekte expressie. Als-ie had kunnen praten zou-ie ’t bij tijden uitgebulkt hebben, dat hij — hij! — zóó’n dochter bezat.

„Leert ze nog altijd?”, vroeg Semmy, joviaal belangstellend

— goddank hij was dan toch in z'n humeur! — en om ’t verzorgde toilet van ’n geschoren kin en geknipt haar te volmaken, begon-ie z’n nagels boven de alles accepteerende, nooit chica-neerende prullenmand te effenen, hoekerig maantje voor, kartelig sikkeltje na.

„En hoe!”, antwoordde Nathan voor de derde maal 't zwaaiend gebaar van de rechterhandvingers bij ’t rechteroor, of-ie iets ongemeen-lekkers proefde, herhalend. Zelf had-ie ’r pianospelen

74

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.