Duczika

Titel
Duczika

Jaar
1912

Druk
1926

Overig
4ed

Pagina's
315



schaar beet ’r zoo lekker op los als ’n eend in ’n krooskwak.

Tweemaal ging de schel over, zat Semmy Lubinsky in onbe-weeglijke luistering, moest de barbier ophouden. Gewichtige dingen waren ’t niet: ’n „Geldbrieftrager” met ’n quitantie en ’n opkooper, die teruggestuurd werd. Verder bleef t rustig, zoo genoegelijk-rustig, dat de eigenaar van ’t „Lombard und Lager-haus” bij ’t gescharrel an z’n haar, ’lijk ’n geaaide poes indommelde.

„Is ’t na uw genoegen?”, vroeg Ginzel, ’m wakkerschrikkend. Den scheerhanddoek hield-ie tegen ’t beknipte hoofd, om ’t uit-kijkje makkelijker te maken.

„Daar zit nog ’n piek”, wees Semmy, heen en weer verzittend: „en daar hebbie geknoeid, jongetje! Over wat hebbie zoo’n haast?”

Op alles ja zeggend, nooit in de contramine, mikte de kapper de oneffenheid)es weg. Dan moest-ie met de punten der schaar de stekelharde haren uit Semmy’s oorgrotten peuteren, en als dan, God zij geprezen!, ’t lapje weer voor ’t monsteroog plakte, zeepte-ie met z’n hand de litteekenwang en ’t misvormde kinnetje in. Onder 't mes zat Semmy Lubinsky als ’n muisje zoo stil. Want al verstond Ginzel ’t vak als z’n naam, in de buurt van de litteekens, die soms ’n kelner: „Herr Dokter” deden zeggen, werd ’t gevaarlijk.

„Dank je wel, jongetje”, zei Semmy, eindelijk opstaand, en voor-ie zich bij ’t kraantje op ’t kantoor af spoelde, telde-ie veertig Pfennig voor ’t knippen, vijftien voor ’t scheren en vijf Pfennig fooi neer. Bij den barbier op den hoek kreeg je ’t goedkooper gedaan, en hij zou ’r ook niet aan gedacht hebben, zich op kantoor of thuis te laten bedienen, als-ie ’t oog in ’n Salon had kunnen ontblooten en de litteekens aan de eerste de beste handen had durven toevertoouwen. ’t Fatale revolverschot had Ginzel ’n klant voor ’t leven bezorgd.

„Hoe laat wil meneer morgen?”, vroeg de barbier, den papieren mantel weer netjes in de plooien vouwend.

„Om twee uur precies, Ginzeltje!”

„Morgen, heeren...”

„Morgen”, zei de patroon, de kin bij de kraan.

Nathan knikte, glee van z’n kruk, maakte den zolder an kant. Met ’n langen stoffer zwiepte-ie de stuivende haartjes van de kranten, die nog te gebruiken waren, onder de vleugelpiano. Hij hóéfde dat soort werk natuurlijk niet te doen. Hij dee ’t c o n

67

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.