Duczika

Titel
Duczika

Jaar
1912

Druk
1926

Overig
4ed

Pagina's
315



De ouwe kasten, buffetten, stoelen, tafels, de muffe bedden en ’t keukengerei werden verkocht — de zeven levende jongen met de twee dooie samen in ’n zak gepropt en verdronken — de keeshond verhuisde naar ’t overzijbordeel.

Semmy zelf reisde 'n nacht en 'n dag met landverhuizers, Polen, mijnwerkers en arbeiders. Zoo vervloekt-lang had-ie nog nooit in ’n trein gestaan. Onder de zijbank, waarop anderen zaten, lag z’n bordpapieren met touwtjes gebonden valiesje. In z’n jaszakken builden pakjes met besuikerde boterhammen en Tilsiterkaas, die-ie met voorbeeldig overleg ’n uur voor z’n vlucht klaar had gemaakt. Maar eten, waarachtig-eten, dee-ie niet. De zenuwen, de vermoeidheid zaten ’m dwars. Geen twee happen wrong-ie door z’n keel. ’t Breslauer verleden, de herinnering, was te versch. Tegen den rammelenden, schokkenden, dreunenden wagonwand aangeleund, dacht-ie ’r met wegsliependen moed an in 't eerste, beste station weer uit te stappen, en in Breslau de luiken van de ramen te nemen. Maar wat dan? Zou-ie dan toch niet binnen 'n week door huisheer en schuldeischers op de keien worden gesmeten? Nee. Hij had a gezeid, most b zeggen. En hij zei b. Dien nacht probeerde-ie staande te slapen, ’t Was ’n overvulde wagon, 't Stonk ’r. As-ie schuchter vroeg of ’r geen raampje open mocht, gaven ze niet eens antwoord. Doodelijk op, geradbraakt, maakte-ie van ’t valies 'n zitje. De touwtjes barstten en ’t beetje linnen, de twee half hemdjes, de kousen, ’t zondagsche pak en de pakjes papieren, die-ie niet had durven verbranden, tolden met ’t stukje zeep, de portretten van vader en moeder, den haarborstel en de nieuwe papieren manchetten over de zwiepende, morsige, bespuwde planken van den wagen. Midden in den nacht werd-ie 'r om uitgelachen, want slapen deeën enkel de boffers, die tegen mekaar angedoken op de twee banken konden rusten. De rest kletste, lachte, dronk, speelde kaart, vloekte, ruziede. En ’t duurde — duurde eindeloos. Om ’t kwartier of half uur stopte de trein, werd ’r gerangeerd, haakten ze goederenwagens aan, moest ’r gewacht worden tot de hoofdlijn weer vrij was. Soms smeet een van de landverhuizers op de bonnefooi ’n deur open, en als dan de kondukteur zei dat ze den tijd hadden, aarzelde Semmy zoo’n verlaten, kil perron in, en terwijl anderen ’n borrel of ’n kop koffie trachtten te krijgen, sloop hij naar fn waterkraan en slurpte uit de kom van z’n handen, om ’t even of ’t drinkwater was of niet. Dan weer haastig naar den wagon terug, ’t fluiten van de locomotief niet vertrouwend, bang dat

55

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.