Duczika

Titel
Duczika

Jaar
1912

Druk
1926

Overig
4ed

Pagina's
315



Hij zou wel 'n boodschap op 'n stukje papier krabbelen — waar-ie te vinden was — hoe laat-ie werom kwam...

Fluitend liep-ie de trap af — vóór achten...

III.

Uit Breslau, waar-ie ’t wormstekig-kwakkelend zaakje van zn doofstommen vader, toen-ie zelf eindelijk heer en meester was, in minder dan drie maanden op de flesch had geholpen, vertrok-ie zonder 'n kik te geven, zonder iemand gedag te zeggen, vierde klasse naar Berlijn, ’t gastvrije, dat als 'n sterke kloek al zooveel geruineerde levens onder ’r vleugels had genomen. Geen sterveling zag 'm in 't donker instappen. Niemand vermoedde, dat Semmy, ’t levendig-schrander zoontje van Bennie Lubinsky, die zoo hulpeloos als-ie was, fatsoenlijk zn verplichtingen na was gekomen, met de noorderzon zou verdwijnen.

Omdat de luiken voor de eens welvarende negotie van meubelen, bedden, antikiteiten, en dingen die „verhuurd" werden, eerst Donderdag, toen ook den godganschelijken Vrijdag gesloten bleven, en de bastaard-kees bij ’r nest van zeven levende en twee gestorven jongen — ’t was voorjaar: lentegroen botte aan boomen en struiken — helsch-kwaadaardig jenkte en blafte, dacht de waardin van ’t verkapte overzijbordeel, die de naaste buur was, aan moord, zegge inbraak.

De gewaarschuwde politie liet de deur opensteken — van Semmy Lubinsky Bennie-zoon vonden ze ’n paar versleten pantoffels, ’n parapluie met stukkende baleinen, vier nog niet ver-loopen lommerdbriefjes, ’n bekauwden penhouder, 'n gebedenboek met ezelsooren, de restanten van verbrande papieren, en ’t hondennest voornoemd. In ’n teil zonder bodem, op 'n ouwe jas van vader, zaliger nagedachtenis, leien de zeven blinde, over mekaar en over de twee dooie krielende jongen. Met moeite kreeg de moeder, die an buren, politie, waardin en smid — bij 't hardnekkig gezoek naar Semmy, die ’r niet was — ’r venijnige tanden liet zien, ’n koord om ’r nek.

De straat liep uit. Wie geld van Lubinsky & Co. moest hebben, vloekte, schreeuwde, verwenschte — de paar, die n meer dan onnoozel kleinigheidje an de firma schuldig waren, hielden zich koest, 't Gaf 'n kort, zéér bescheiden schandaal. Aanklachten bij de justitie werden niet ingediend — niemand smeet goed bij kwaad geld door 'r 'n advocaat in te betrekken.

54

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.