Duczika

Titel
Duczika

Jaar
1912

Druk
1926

Overig
4ed

Pagina's
315



bergen te trekken, tusschen de eindelooze hoeveelheden huizen. Laat mij m'n plezier, zoo lang *k hier, vier-hoog nog geen melkgevende koeien kan stallen, om door 'n paar brave ratten-met-cultuur de herinnering aan wat ’r is, en wat we nóóit te zien krijgen, levend te houen!”...

Tegen deze paradoxale beschouwing had Erich natuurlijk georeerd en de vele uitnemende zaken, die de wereldstad bood en die 't saaie platteland miste, opgesomd, maar tenslotte zelf op 't troosteloos kamertje aangewezen, en blij als-ie 'r werken kon, had-ie in 't nijver gedoe der altijd bezige, altijd geduldige ratten behagen gevonden.

„Zie zoo”, zei Erich, bij de aanrecht plaats makend; „ik ben klaar!”    •

Opgeruimd-fluitend, 'n ander mensch door 't frissche water, liep-ie naar de werkkamer, terwijl Poldi z'n geplas onder de kraan begon, 't Klare daglicht bescheen de tafel met de boeken, de rekken aan den wand, de Simplicissimus-prenten, die ze met spelden in 't behang hadden gestoken, de portretten, de glazen potten met preparaten, van de snijkamer mee naar huis gebracht. In Poldi's „afdeeling” stonden pullen met hersen-fragmenten, hersenen van honden, hersenen van papegaaien, ook 'n gedrochtelijk klein foetus van ’n drie-maandsch kind — in die van Erich was 'n zorgvuldig-geschikte collectie coleoptera, bijna eenig souvenir aan z'n jeugd en 't ouderlijk huis, 'n doodskop zonder onderkaak, die al lang naar 't „pandjeshuis” zou zijn gebracht, als-ie gaaf was geweest, en 'n ris uit sportbladen geknipte portretten van athleten en worstelaars, waarmee-ie dweepte.

Zonder 'r 'n oog voor over te hebben, stak-ie 'n sigaret op, en 'n tijdschrift van de tafel nemend, stapte-ie in ’t ijzeren bed van de kleine slaapkamer, waarin enkel nog Poldi’s bed en 'n withouten kast stonden. Zoo, genoegelijk lezend en rookend, zonder aandacht voor de door de kamer hollende ratten, ongestoord door 't gedaas van den ratten-fokker, die met 'n stem of-ie kinderen naar kooi bracht, knus en honnig en met n onverwoestbare toewijding babbelpraatjes in de keuken verzon, 20u-ie met ’t sigarette-mondstuk aan de lippen ingetukt zijn, als Büchner, de jongste, leepste, ongezeggelijkste rakker uit 't voorbeeldig nest, geen baldadigheden in de buurt van de schrijftafel uit had gehaald. Twee, drie maal klirde *r iets naar den grond...

„Is 't gedaan, ellendeling!”, riep-ie, ongerust opstuttend, maar

36

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.