’t morgen met me samen probeeren! Hoe wou je, dat ze in zoo’n hotel, waar honderden in en uit gaan, en waar niemand je iets vraagt, als je fatsoenlijk gekleed ben, ’n bad meer of minder controleer en... ?”
Met z’n klare, schelle stem snee-ie verder over dat avontuur op. Hij had bijna alleen ’t woord, zei hatelijkheden, regeerde Laurie, die ’t zich enkel van hem liet welgevallen, plaagde Betty, takieneerde Lotte, ergerde Duczi, liet ze lachen, brutaliseerde ze, viel ze in de rede, als ze ook wat wouen beweren — had 't heerlijk evenwicht van ’n frisschen, jongen tyran, die bij vier vrouwen tegelijk getapt was, en dat wist.
Nog altijd z'n glas met 't zelfde nerveus-verlegen gebaar bij den steel ronddraaiend, zat Poldi dommelend te luisteren, 't ontembaar-jongensachtige van z’n vriend te bewonderen, en Erich’s verhalen over de kleine familie aan z’n eigen rappe waarnemingen te toetsen, ’t Klopte. Erich had zich niet vergist en zeker niet overdreven. Mama, de gewezen tooneelspeelster, ergens uit de buurt van Weenen, die — als ’t waar was — schuld aan den dood van twee mannen had — mama, die niet meer kon optreden, omdat ze voor ouwe of nieuwe rollen geen geheugen meer had, die soms dagen lang in bed bleef, als alles ’r de keel uithing, die telkens met zelfmoord dreigde, om dan n half uur later irriteerend-vroolijk te doen — mama, die kopjes thee in de slaapkamer dronk, terwijl Duczika en Lotte al ’n halven werkdag achter den rug hadden, die zich liet bedienen en beklagen, vertroetelen en achterna-loopen, en hoogstens 'n naald opnam, als 'r bezoek was — mama coquetteerde nu al met 'm, schuifelde met ’r arm langs z’n mouw, lachte afstootend-dierbaar, en als-ie schuinsweg onder de tafel keek, zag-ie den eenen blooten voet, waarmee ze, de lijn van z’n oogen volgend, ongegeneerd-joviaal zat te wiebelen. Ook ’t „signalement” — zooals Erich ’t in z’n genegenheid voor buitenissige woorden had gezegd — de beschrijving van de twee dochters, van Duczi en Lotte, klopte volkomen. Lotte, de onverschillige, die zich driemaal per dag als balleteuse oefende — meer dan twee jaar had ze ’t volgehouden — at en ginnegapte met ’n sterken, gulzigen mond, zich ’t meest en energievolst voor ’t bord en den schotel in ’t midden van de tafel interesseerend. Toch wekte ze meelij en sympathie door ’r smal, afgebeuld, zonnebos gezichtje met de lichtblauwe wallen onder de oogen. Als ze zich niet voor de balletschool van den ex-solo-danser Palou, die 'r op crediet les
14