Duczika

Titel
Duczika

Jaar
1912

Druk
1926

Overig
4ed

Pagina's
315



„Smakelijk eten, kinderen”, wenschte Erich, die, nu ie vlak bij de lamp van 'n caviaarbroodje snoepte, ’r jonger, brutaler, leniger, fleuriger uitzag dan anders: „en niet zoo met je óógen werken, Laurie: geeft je geen sikkepit, mamaatje! De vrouw die Pol te pakken krijgt, moet nog geboren worden! Prosit, jongelui!”

„Prosit, Prosit, Prosit!”, klonk 't over de tafel, en zachtjes-tinkelend, in 'n stemming om te zoenen, trilde ’t carillon der glazen.

„Als ’k nou nog *ns vragen mag”, hield Betty zeldzaam hardnekkig vol: „we eten en we smullen nou, maar van wie z’n geld? Moeten we 'r meneer dankie voor zeggen? Hè, Erich, doe niet zoo geheimzinnig! Van jóu kan *t toch niet wezen!”

„Nee, dat 's onmogelijk!”, zei mama, pijnlijk-beminnelijk: „van hèm kan 't beslist en zeker niet wezen!”

„Asjeblief! Asjeblief!”, protzte Erich, en in ’n stilte waarin je *n speld zou hebben kunnen hooren vallen, als de vogel niet zoo gefloten had, en als de brooddronken meiden van de „Hoch-parterre” minder gekrijscht en getierd hadden, rinkelde-ie over de honderd Mark aan goudstukken op ’t tafelkleed.

„Wel gedorie!”, versprak mama zich en ze had ’t menschelijk recht dat te doen, omdat de kapitalist van vanavond nog pas gister ’n halve Mark had geleend, om zfn „doodstuip”, zooals-ie *t zelf had gezegd, nog vier-en-twintig uren te rekken...

Betty, Duczika en Lotte lieten een oogenblik de borden in den steek, en met de zonderlinge grijphandigheid van vrouwen, niet aan geld gewend, havikten ze op de goudstukken los.

„Dank je wel!”, zei Betty, die 'r natuurlijk, omdat ze naast Erich zat, 't eerst bij was — en *r vingers omknepen ’t goud onder de grabbelende handen van Duczi en Lotte, die ’r ook bij wouen komen:... „dank je wel, Erich, dat ’s mijn portie, hè?” „Hoe is 't mogelijk!”, lachte Erich z'n vriend toe, terwijl-ie z'n hand op Betty* s vinnig knuistje lei: „dat elk geldstuk, dat je in de buurt van 'n vrouw op *n tafel legt, als 'n magneet werkt! Wil je los laten, Bettylief?”

„Nee”, zei ze met 'n kleur van plezier, omdat-ie 't met geweld terug probeerde te krijgen, en 't niet lukte.

„Wil je los laten, Bettylief?”, herhaalde-ie steviger, en z'n twee kleine meisjeshanden schroefden bedenkelijk om de rukkende, zich verzettende vrouwevuist.

„Nee”, hield ze vol, 'm lachend in z’n lachende oogen kijkend: „dan had je 'r niet mee moeten strooien!”

9

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.