Duczika

Titel
Duczika

Jaar
1912

Druk
1926

Overig
4ed

Pagina's
315



„Laurie”, als 'n roofdier, op handen en voeten — een verschrikt-bloote voet verward in n slier sajet waarin-ie was blijven haken! — Laurie zóó bekneld achter de zware sofa, dat 't rekje met de portretten 'r van beefde — èn Lotte ’r verzakte vlechten opstekend, terwijl Betty paars werd door 't wringen om den rok om 't corsetlooze lijf dicht te knijpen — èn buiten ’t gestommel en stooten van de deur tegen den ketting — 't was om 't te besterven!

„Wel allemachtig!”, vlamde mama op — 'r laatste beetje geduld sloeg bij zooveel tegenstand aan flarden: „sta me niet te treiteren, Duczi! Of heb je ’m verstopt?”

„Laurie! Laurie!”, lach-proestte Duczika: ,/t is zonde dat 'k Erich z’n toestel niet hier heb! Je zit daar zoo prachtig, dat 't jammer is dat 'r geen kiek van genomen kan worden, hahaha!” Dan, ook op handen en voeten, als 'n ’n muis beloerende poes, ft eindje sigaret hoestend bezuigend, kroop ze aan de voorzij der sofa, 'r neus op ’t vloerzeil, en zocht benauwd van 't lachen waar de geniepige smakker heen was geglejen.

„Doen jullie open of niet!”, schreeuwde Erich achter de huis*-deur: „als 'k nog langer moet darren, gaan we op de traptree zitten en eten 't lekkers alleen op!”

Rom-rom-rom dee de deur tegen den flappenden ketting, en alsof dat geen spektakel genoeg maakte, gierden en lachten Lotte en Betty — precies twee bezetenen — om ’t ongeluk, dat te voorzien was geweest, de fatale ineenstorting van ’t rekje met de portretten, dat als de slinger van 'n pomp aan een van de spijkers bleef bungelen en zwabberen, terwijl de dierbare souvenirs van mama als tragédienne, in God weet welke glansrollen en van papa in z'n pels en van Lotte in 'r balleteuse-kostuum en van nicht Mizzi met ’r vier dochters, als 'n getuimel van confetti op Laurie achter de sofa neerkwakten.

„Wel gedorie”, zei mama, de handen in beschutting om ’t hoofd, omdat ze ook de bons van 't rekje wachtte: „wie doet dat nou?”

En omdat natuurlijk niemand behalve 't satansche noodlot 't dee, lei Duczi slap van 't lachen, gewoon haveloos languit op den grond en hield Lotte zich aan de buffetkast, die 'r met al 'r pulletjes bij dreunde, om niet flauw te vallen, vast.

„Zijn jullie dronken, of wat voeren jullie in Jezusnaam uit?”, riep Erich door den kier: ,/k tel nog tot tien en dan gaat de ketting 'r an!”

4

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.