Van liefde en tanden (serie Heijermans' Camera)

Titel
Van liefde en tanden (serie Heijermans' Camera)

Jaar
1924

Overig
Heijermans' Camera

Pagina's
29



2 7

heb gekocht, is gebleven, stuur ‘k hu biet om je moeder — verstaan?”

Gejaagd monsterde :t kind den marmeren rand van de wasch-tafel af. Dat was ’t érgste dreigement. Vorige week had moeder ’r ongenadig geranseld, omdat mevrouw zich over den snijkoek en ’t verloren dubbeltje beklaagd had. Moeder dee ook de wasch voor meneer, mevrouw en den jongeheer. Moeder had ’r aanbevolen. Als zij ’r dienst verloor, raakte ook moeder de wasch kwijt. En ze had zich nou, zoo waarachtig as ze hier stond, niet nog is ingesmeerd, om net zoo lekker as mefrouw te ruiken — ze wist van geen flekon — ze had geen flekon gezien... Om zich ’n houding van onaantastbare onschuld te geven, zei ze geen verdedigend woord meer: ineens, zonder overgang, griende ze ’r op los, en in ’n gebrabbel van snikken en klanken, onverstaanbaar achter ’r opgeslurpt schort, trachtte ze te betoogen, dat ze niet an de waschtafel geweest was.

„Daar heeft de flacon gestaan — en daar moet ze weer vandaan komen,” praatte mevrouw driftig: ,,’n flacon van twee gulden-vijftig! As je maar weet, dat als-ie niet binnen ’t uur terecht komt, ik ’r niet alleen je moeder bijhaal, maar ’t ook politiezaken worden... Jij groeit voor ’t Spinhuis op... Jij ben ’n slecht kind... Koek en geld en odol en nou ’n heele flesch odeur... Schande!... Schande!...”

Bleek-bevend en met hysterische smartsnikken hortte Antje ’r wat woorden uit. Maar telkens als rie halfwege ’n zin was, proestte ze zoo klagelijk-opstandig, struikelde ze zoo verward over ’r niet tot volrijpheid komende argumenten, dat mevrouw geënerveerd door dat gegrien en gebler op den vroeg-morgen, ’r toesnauwde ’r mond te houen. De rest zou ze met ’r moeder vinden, ’r Was ’n grens voor ’r geduld. Ze wou wel van ’n onhandig schaap van ’n kind, dat voor niks deugde, probeeren ’n fatsoenlijke dienstbode te maken, maar as ’t met diefstal begon, eindigde ’t met ’t rooie dorp! En nou uit met dat gesjimp!...

Hikkend van ’t wilde gehuil — met paars-donkie oogwallen, die ’t spichtig sproetengezicht in ’t gedruip van geel-blonde haren nog leelijker en ouwelijker maakten, sjokte ’t aankomend dagmeisje de trap af naar ’t keukentje, dat ze al zoo knap begon

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.