Drie tooneelstukjes: Puntje, Het antwoord, De onbekende

Titel
Drie tooneelstukjes: Puntje, Het antwoord, De onbekende

Jaar
1899

Pagina's
39



41

’t Is ’n vervelende historie, heeren. Het volk begrijpt niks van onze motieven. Op de kliniek heb je voortdurend last van patienten die zich verzetten. Voor een paar dagen nog wou ’n vrouw zich niet ontkleeden omdat ’r studenten by waren. Absurd! Ze worden kosteloos behandeld en nog honderd-en-eenfratsen-De een klets met den ander. Ten slotte moet je ze wijs maken dat ’n student ’n professor is. Je nachtrust, je gezondheid offer je op in dienst van de wetenschap en ze zjn te stom om mee te werken! Binnen!

ZEVEND TOONEEL.

De vorigen. Een verpleegster.

Een verpleegster. Dokter — ’t loopt af met nummer twaalf.

Eerste dokter, ’k Ben ’r bij (af.)

De assistent. Een oogenblikje, zuster .... Nummer eenendertig die Zaterdag gestorven is — heeft die héelemaal niet over familie gesproken?

Een verpleegster. Nummer eenendertig?

De directeur. Heeft déze verpleegster? ... — Bedenk u eens . . . ’n Ouwe vrouw met hartkwaal en n e p h r i t i s.

E en verpleeegster. Jawel — ’k wéét ’t heel goed. Een keer heeft ze geprobeerd wat te zeggen over ’n zoon. . . . Kan dat?

De directeur. Wel verduiveld! . . . . En . . .en?

Een verpleegster. — Toen heeft ze — als ’k me wel herinner heel lang liggen huilen ....

De directeur. . . . Heb U dan geen naam gevraagd ?

Een verpleegster. . . . Ze zei enkel Hendrik. Ze was te zwak om meer te zeggen, was elk oogenblik weg. — En na die éene keer Jang-huilen is ze niet meer bijgekomen. Wil U nog meer weten?

De directeur. Heb u geen moeite gedaan voor den familienaam?

Een verpleegster. Zeker. Maar ’k had nachtdienst. — ’t Was ’n klein oud vrouwtje. Ze zei enkel Hendrik — Hendrik. Ik vroeg: waar woon u ? Dat begreep ze niet. Ze begreep niets. Een andere keer toen ze helder was, heeft ze m’n hand gezoend, de stakkerd ....

De directeur. Dank u. Wil u op de schel drukken?

ACHTST TOONEEL.

De directeur. De assistent. Tweede dokter. Een oppasser.

Tweede dokter. Ik meen dat we er ons hoofd niet over hoeven te breken. Niemand heeft er schuld aan.

De directeur. Dat geef ik u toe. Maar de faculteit kan geblameerd worden door dit geval. De groote massa is stupide, zit vol vooroordeelen. Binnen!

Een oppasser. Jawel meneer!

De directeur. Laat die man van eenendertig binnenkomen (oppasser af) — We moeten er ’n draai aan geven. Honderd tegen een krijg je een scène. Het volk is verbazend sentimenteel. Passen we niet op dan krijg j0 geschrijf in de kranten en hoe minder de snijkamer in opspraak komt hoe beter.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.