Drie tooneelstukjes: Puntje, Het antwoord, De onbekende

Titel
Drie tooneelstukjes: Puntje, Het antwoord, De onbekende

Jaar
1899

Pagina's
39



‘29

Marie. Jouw ooren zijn zoo doof van de machines dat je ’n uur later komt als ’n ander. Ik hoor duidelijk de trom. Nou zijn ze in de Hoogstraat. Over ’n halve minuut kommen ze om ’t hoekie. Kijk de jongens is loopen!

Johan. Is er veel volk in de straat? (geen antwoord) Zijn er veel menschen bij den weg ? (geen antwoord) . . . Moeder! Moeder!

Moeder {zich omkeerend) Wat zeg je?

Johan. Is ’t druk?

Moeder. Ach God ja! Was ’t maar gedaan, maar gedaan! (kijkt weer uit het raam.)

Hein. Nou schuif is op! Jij neemt ’t heele raam in met je dikke lichaam!

Marie. D’r is hier maar plaats voor twée. D’r is nög ’n raam {norsch gaat hij naar het andere). Jezis, wat loopen ze allemaal! {Beneden gefluit en gejouw. Het geroffel zwelt aan). Hahahaaaa! Kijk die kerel is vallen! Hahahaaaa! Wat doet-ie met z’n dikke buik in ’t gedrang! Hahahaaaa! Da’s de boekhouer van Hessel! Dag! Daaaag! Goed zoo jongens allemaal op de stoepies. Je krijgt parade vandaag! Nou zal je is wat zien (bootst het trommelen op het kozijn na) Rataboem ! Rataboem! Rataboemboemboem! (zingt) „Generaal Vetter gaat nooitverloöörefalderalderiere, falderalderiere! Generaal Vetter” . . . (het geroffel klinkt m eens krachtig om den hoek van de straal) . . . Netjes hoor! Nou die loopt niet eens in de pas . . . Geef acht! . . . Met verdubbelde rotten! . . . Allemachtig wat ’n broekie van ’n luitenant! Nog niet eens ’n snor! ... Hé! Hé! Val niet over je slakkesteker! (Zif) en moeder schrikken in eens terug in de kamer, een eind van het raam af.)

Moeder. Da’s me wat moois! Kijk dan toch beter uit!

Marie (schaterlachend). O ! O ! O ! . . . Die bloempot! Die bloempot!

Hein (terugschuilend in de kamer). Nou dat scheelt geen haartje of ze kregen ’m op d’r kop! As dat nou goddoome ’n aardigheid mot wezen.

Marie. Nou, lekker! lekker! En nou woü ik! (Kijkt weer uit het raam. Het geroffel ivordt zwakker. In de straat gejoel en gefluit. De opdringende menigte beneden heft het Vrijheidslied aan. Marie valt mee in.) „Op voor de vrijheid op! Weg met de slavernij! Waakt op! Waakt op! Voor ’t heilig recht, der menschen kampen wij!” — Afge-loopen! De heele straat gaat de militairen achterna. Ach Jezis, moeder, kijk me resida is. Niks meer van heel. Heelemaal plat getrapt met d’r ruwe pooten.

Hein. Eten we vandaag nou af, ja of nee? Nou is ’t móói geweest! (naar de tafel teruggaand) Is d’r nog van jouw hutspot?

Marie. Dat valt mee dat jij die wagensmeer lust Qepelt op zijn bord). Ik kan geen brok inkrijgen! As Bart daar niet thuis komt mag ’k dan met jou ’n end mee, ouwe brombeer? Ik mot me soldaatjes ook is zien. Die kommen hier in geen jaren terug, ’t Is net of ’t kermis is . . .

Moeder. Toe! Toe! Wees niet zoo druk! Hoe kom je ’r in godsnaam toe om zulke krankzinnigheden te zeggen! Zul je dan nooit wijzer worden, jij!

Johan. Laat ’r begaan. Ze is .nog zoo jong. En die herrie maakt ’r zenuwachtig.

Marie. Hoor is, ik bèn maar ééns jong. En ik zie nou niet in, waarom je’t hoofd mot laten hangen bij zoo’n rèlletje. Jij nog wagensmeer, Johan? Hahahaaaa! Jullie zitten allemaal met gezichten as oorwurmen! Komt tijd, komt zorg! O zoo! Mot je nog? Graag of niet? (lepelt op Johan’s bord) Ik ga strakkies met Hein mee. Jammer dat ’r hier geen water is. Anders lieten ze nog oorlogsschepen op

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.