Drie tooneelstukjes: Puntje, Het antwoord, De onbekende

Titel
Drie tooneelstukjes: Puntje, Het antwoord, De onbekende

Jaar
1899

Pagina's
39



28

Hein. ’t Kan toch voor dezelfde kosten góed. — Dat noemt zij hutspot . . . . D’r is geen halve wortel in — en voor de uien mot je ’n bril opzetten . . .

Johan. St! .... St! (In de verte klinkt zwak het Vrijheidslied. Zij luisteren allen. Plots wordt het gezang sterker. Er trekt een troep het huis voorbij. Moeder en Marie vliegen op, hangenuit het eene raam — Hein bukt over het andere kozijn. De blinde luistert).

Moeder (naar beneden schreeuwend). Bart! Bart! Bart!

Marie. Dag Bart! . . . Kom je niet èèèèten ? Daaaag! Is d’r al antwoord van Breeman ? Wat zeg je ? Waaat ? . . Wat roept-ie moeder ?

Moeder. Ik heb geen woord verstaan . . . Wat doet-ie nou mee te loopen . . . Z’n eten wordt toch koud!

Marie (naar de tafel teruggaand). Laat ’m maar gaan! . . . Hè, wat doet me dat ’n lol as ’k ’r zoo’n bóél bij mekaar zie . . . Hè, daar jeuken je vingers bij! (Moeder en Hein komen ook weer te zitten.)

Hein. En nou is al me vet gestolten! Lekker eten. Je zou ’t nog niet an je hond voorzetten.

Moeder. Bezondig je niet!

Marie. Zag u Piet loopen met ’n rooien zakdoek an ’n stok ? Hahahaaaa! Die staat zes dienders . . . Wat zullen de heeren de pest in hebben! Hè, ’k kan niet eten van zenuwen!

Hein. Da’s maar goed ook. Dan hoef je je eigen kost niet te slikken.

Marie. Sjongen wat ben jij aardig. Jij most komiek worden. Daar heb je net ’n gezicht voor.

Moeder. Doe ’r ’n scheutje azijn bij, Hein. — Geef ’m de flesch is Marie. (Zij gaat naar den schoorsteen, krijgt de flesch). En schei nou uit met je gemopper. Toe! (Zij eten een poos zwijgend. Buiten is het stiller geworden.)

Marie (lachend). Die Piet met z’n rooie zakdoek! Net iets voor hom. En de manke ook an ’t meesjokken — precies Jan Hobbeldebob — (nabootsend) hok-hok-hok-hok.

Johan. Twee maanden vóór ik me oogen verloor raakte hij met z’n voet in de machien. ’k Zie ’m nog zóo liggen. En wat duurde ’t ’n tijd voor de boel stil stond. En wat ’n bloéd. Wat -’n bloed . . .

Marie. Hè! Hè! Hoe kwam ’t an?

Johan. Gewoon. Zooals die dingen altijd ankomen. Hij kwam te dicht bij ’t wiel en toen draaide-die mee. ’t Is nog ’n wonder dat enkel ’t been ’r aige-scheurd werd . . .

M a r i e. O lieve Jezis! . . . Afgescheurd ?

Johan. Afgescheurd — op ’n stompje na. Toen heeft Prins ’m vier weken z’n volle loon van zeven-gulden-vjftig uitbetaald, drie weken half loon en na een poos kwam die weer op de fabriek — Machinevleesch — Machinevleesch — Over de heele wereld heb je nou machinevleesch, arbeidsvleescli, kanonnen-vleesch. En of je ze dat duizendmaal zegt, ze leeren niks — St! St! . . . . Hóóren jullie! Hóóren jullie?

Marie (opvliegend). Weer ’n troep! (hangt uit ’t raam). Soldaten, moeder! De soldaten! (Moeder en Hein komen aan ’t raam. Gejoel. Tromgeroffel.)

Hein. Ik hoor niks.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.