Droomkoninkje

Titel
Droomkoninkje

Jaar
1924

Druk
1983

Overig
9ed 1983

Pagina's
258



niet gemeen tegen de drempels te stoten, het wekkertje aan zijn pink, het keukentje in, waar hij zich meteen onder de kraan een beurt gaf, om de jongen door zijn plassen en proesten niet zo wanhopig vroeg te porren. Met zijn schoon halfhemdje en zijn gespikkelde dasje zag hij er uit als een heer. En terwijl moeder met haar blote voeten in zijn tapijten sloffen, thee zette en zijn boterhammen met geraspte kaas en een hardgebakken eitje, in het zeiltje wikkelde, trok hij een paar grijze haren uit zijn kuif en haalde hij zijn nagels met een lucifer uit, om Toos, die op alles en nog wat lette, geen pleziertje te gunnen. Toen in plaats te eten floot hij een sentimenteel deuntje, en voorzag de kanarie, die voor moeder te hoog hing, van een schoon fonteintje door het met de theeblaren uit het zeefje zó kalm en handig te schudden, of hij van binnen niet van de zenuwen verging. Zij, bleek, hoofdpijnachtig, zou hem anders gezegd hebben dat hij zijn goeie kleren aanhad, dat het water in de gootsteen tegen zijn manchetten spette, maar ze voelde dat hij dat onnodige deed, omdat hij niks wilde laten merken. ‘Je zal je trein verzuimen, schat,’ zei ze haast schuchter, en omdat hij naar het kleine horloge aan zijn pols keek, zuchtte ze: ‘wat jammer, hè, dat je remontoir net nou in de lommerd staat.’ - ‘Ja,’ zei hij, klaar met het fonteintje, en floot weer. ‘Fluit niet liefste,’ vroeg ze, ‘ik stik in mijn zenuwen.’ Toen hield hij zijn mond, dronk thee, liep de trap naar het zolderkamertje op - waarom wist hij zelf niet en verzette de schakelaar van de antenne, van de binnenleiding naar de aardplaat, als er onweer mocht komen. Dan, de vuisten grimmig ballend, keek hij naar het zonnelicht-plassende daktuimelraam en bebeet zich de lippen. Hij ging naar Heerlen omdat het niet anders kon, maar er hing een loden blok aan zijn benen - er wrong een woedekrop in zijn keel en de aderen zwollen in zijn nek dat, èds de reis lukte, het hier in het oude, lekkere, ingeleefde woninkje een afbraak zou worden - dat ze als landverhuizers met hun beetje rommel op hun rug zouden moeten verkassen, dat de kinderen... En met een uitbulking van zotte razernij, keilde hij de stoel tegen het houten schot of hij een vijand met houvast te grazen had. ‘Wat gebeurt er?’ vroeg moeder angstig de trap op schuifelend. ‘Niks’, zei hij, zich voor de ogen van het beste wijf van de wereld schamend. ‘Er viel een

95

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.