Droomkoninkje

Titel
Droomkoninkje

Jaar
1924

Druk
1983

Overig
9ed 1983

Pagina's
258



het ventje Au! riep. - ‘Is ze hèus boos?’ - ‘Dat vreet ik niet.’

- ‘Ach, je weet het wel, maar je wil het niet zeggen! Mooi hoor! Moeder! Grote zuster!’ schreeuwde hij ineens naar de keukenzij toe. - ‘Wat is er, mijn jongen?’ vroeg moeder, dadelijk ongerust in de deuropening. - ‘Ben je boos, moeder?’

- ‘Welnee, mijn kind,’ zei de vrouw, ‘hoe kom je erbij?’ -‘Geef me dan een dikke pakker en geef vader een hele dikke, en breng zijn bord hier, dan wil ik wel es zien of hij niet eet.’ Glimlachend legde de vrouw haar arm om zijn rug en kuste hem zo zachtjes als zij het alleen kon, toen nam ze het stugge hoofd van haar man in haar handen, keek hem in zijn ogen en zoende hem op zijn voorhoofd. ‘Dat is geen goeie,’ zei de jongen ontevreden. ‘Zo zoenen jullie mekaar nooit!’ — ‘Is het zo beter?’ vroeg moeder stil - er was alweer een geheim dat hij niet mocht weten - en nu drukten haar lippen op de mond van de man, die na zijn karwei iets tegen zijn gevoel van diepste beroerdheid had gedaan, wat hij sinds de geboorte van zijn zoon nooit meer geprobeerd had. - ‘En nou je bord hier leegeten!’ zei het kereltje. ‘En dan zal ik je een verhaaltje vertellen van een grote broer, die zo klein werd als een vingerhoed en door een hond opgeslokt werd, omdat hij zijn eten liet staan.’ — ‘Asjeblief,’ zei vader, en om te tonen hoe gehoorzaam hij was, stak hij happen op zijn ijzeren vork en schrokte hij zo, of er een pakhuis achter zijn tanden gebouwd was. En dat met zijn linkerhand. Met zijn rechter hield hij de vingertjes vast, die nog kleefden, al had moeder ze nog zo’n beurt met water en zeep gegeven.

Vroeger dan anders werd de lamp uitgedraaid, omdat het morgen met de reis een dag met een verlengstuk zou worden. Koert sliep gelukkig aan een stuk door - zalig, dat hij zo weinig koorts had - maar de twee grote mensen vochten met hun vermoeidheid, tobden over dingen, die de nacht nog logger van bezwaardheid deed lijken, en lagen in onrustige luistering of het wekkertje bij de witte muis in de waskom wel op tijd zou aflopen. Vóór het vinnige schelletje rinkelde was moeder het bed al uit, want Magdaleentje, het eerst wakker door het gestadig gerikketik, kreunde drenzerig, en eer ze het na die aanloop, die moeder kende, tot een keelopzetten gebracht had, lag ze al aan de borst en droeg vader, voorzichtig op zijn blote voeten lopend, om zijn tenen

94

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt met OCR (Optical Character Recognition).
Deze techniek levert geen 100% correct resultaat op. Dat betekent dat er onjuiste tekens in de tekst kunnen voorkomen.


Weergave
Afbeelding / Tekst (OCR)

Alle boeken in deze digitale bibliotheek kunt u gratis lezen of downloaden. Met een vrijwillige donatie helpt u ons met het in stand houden en verder uitbreiden van de bibliotheek. Klik hier als u een bijdrage wilt overmaken.