limonade? Wil mijn kind niet wat héél lekkers? Toe, jongie, zeg nou maar enkel ja of nee.’
Maar hij reageerde op niets, draaide zich kribbig af, en als ze zijn warme handje wilde nemen, duwde hij haar hand wrevelig weg. Dan hurkte ze houdingloos in de veilige schaduw bij het nachtkastje, en omdat ze niet zwijgen kon, begon ze naar de zij van de lezende man te bedel-fluisteren: ‘Leg dat boek nou weg, Koert. Je ziet er zo doodmoe uit. Als jij ook nog ziek wordt, weet ik me helemaal geen raad. We hoeven toch niet met zijn tweeën wakker te blijven.’
cHè! schrok hij verdwaasd op. Hij was driekwart krankzinnig. Met zijn potloodstompje had hij al die tijd enkel morsecijfers zitten krabbelen en nog eens en nog eens aan een stuk de laatste stand van de thermometer 40.7 ... 40.7 Als ze hem niet gepord had, zat hij het vervloekte cijfer, dat zijn hersens niet met rust liet, nog met streepjes en streepjes, op de vrije rand van het boek neer te kladden. Vanmorgen was de dokter tevreden geweest, had hij een waterverband voor de infectie aangelegd, liep de temperatuur tot bij de 38.- terug, en met de late avond sprong het kwikkolommetje met een helse vaart de hoogte in. Een dier in nood kon het uitloeien, uitjammeren: een mens beulde de stenen klomp van zijn hersens af, sloeg zijn handen om de stekende gloeiing van zijn ogen, hield zijn gekreun in, om de stilte niet te verstoren. En als hij door de rose spleetjes van zijn vingers keek, zag hij haar, de lieve ouwe vriendin, die alles met hem meemaakte, maar nu, omdat ze niet oplette, dat hij haar bespiedde, zónder glimlach, met slap neerhangende armen, gevouwen handen, prevelende lippen, achterover leunde. Ze leek door de weerschijn van de lamp grijs geworden. Haar haren, onachtzaam geknot, slierden langs haar slapen en van haar omrande ogen trok een schaduw van vrouwelijk, ingehouden lijden naar haar uitsmartende, zachtjesbewegende mond. Toen maakte ze het teken van het kruis.
‘Slaap je man?’ vroeg ze. in tastende fluistertoon.
‘Nee,’ zei hij, de belopen ogen recht op haar toe. ‘Ik zag je bidden,’ en omdat hij niet meer sprak, ging ze onhoorbaar op hem toe, kuste hem en als in schuchtere verontschuldiging, praatte ze dicht bij zijn oor: ‘Ik wou dat jij
84